Innovatie – En dan?

Symposium ‘Bridge the (g)@pp’

121612-01Innovatie vindt moeizaam de weg naar de zorg. Is de zorgverlener wel voldoende toegerust om technische innovaties te implementeren? Die vraag staat centraal in het nieuwe visiedocument van de Werkgroep Zorg 2025 dat op 18 januari tijdens het symposium ‘Bridge the (g)@pp’ wordt gepresenteerd.

Tekst: Martijn Reinink | Beeld: Shutterstock

Eind 2013 bood de Werkgroep Zorg 2025 VWS-minister Edith Schippers de toekomstvisie Coach, cure, care aan. Sleutelbegrippen in dat document waren preventie, zelfredzaamheid, multidisciplinaire samenwerking, eHealth en de coachende zorgprofessional. In het vervolgrapport Coaching – who cares? (2015) gingen de jonge zorgprofessionals dieper in op die coachende rol. Ze formuleerden voorwaarden die nodig zijn om vóór 2025 volledige shared decision making te realiseren.

Het nieuwe visiedocument, dat in januari 2017 wordt gepresenteerd, staat in het teken van eHealth. Apotheker Meike van Steenis, secretaris van de werkgroep en bestuurslid van de Vereniging van Jonge Apothekers, legt uit waarom. “eHealth is hot. De technologische mogelijkheden voor de zorg zijn eindeloos, maar toch breken ze niet op grote schaal door. Robotica, nanotechnologie: voor veel zorgverleners een ver-van-mijn-bed-show. Innovatie vindt moeizaam de weg naar de zorg. Dat kwam naar voren tijdens de eHealth Week en de Our Future Health-conferentie eerder dit jaar.”

Dit probleem bleek ook uit de gesprekken die de werkgroep heeft gevoerd met patiënten, zorgverleners, eHealth-ontwikkelaars, zorgverzekeraars en de overheid. Conclusie: er is sprake van een ‘implementatie gap’. “Implementatie is een ondergeschoven kindje ten opzichte van innovatie”, zegt werkgroeplid Suzanne van der Els, huisarts in opleiding. “Er worden leuke gadgets voor de zorg ontwikkeld, apps waar bedrijven flink in investeren, maar vaak wordt onvoldoende onderzocht of zorgverleners en patiënten er behoefte aan hebben en of het past binnen de bestaande zorg. Ontwikkelaars richten zich bijvoorbeeld graag met dure gadgets op de doelgroep die zich dat kan veroorloven. Terwijl voor de groep kwetsbaren, 1 op de 10 is laaggeletterd in Nederland, innovatie pas echt verschil kan maken. Als zij in plaats van een lange tekst een filmpje te zien krijgen ter voorbereiding op een ziekenhuisopname, maakt dat de zorg voor hen veel toegankelijker.”

“Implementatie is een ondergeschoven kindje ten opzichte van innovatie”

Bestaande technieken die de zorg kunnen verbeteren, worden bovendien maar mondjesmaat benut. Van der Els noemt een voorbeeld: “Veel mensen hebben een tablet, maar facetimen met een arts gebeurt niet. Ik had een patiënt die naar de praktijk belde dat hij de foto wel even zou mailen. Wel efficiënt, maar in zo’n geval zeg ik toch: doe maar niet, kom maar even langs. Zo’n e-mail is niet beveiligd. Technieken om wel veilig een foto te versturen bestaan, maar gebruiken we niet.” Hoe dat komt? “De zorg is gecompliceerd”, zegt Van der Els. “De vele stakeholders, de vele verschillende belangen en de regelgeving, zoals de privacywetgeving, bemoeilijken implementatie.”

Toch ziet de Werkgroep Zorg 2025 wel manieren om de ‘implementatie gap’ te dichten. Of in ieder geval te verkleinen. De werkgroepleden doen een beroep op hun collega-zorgprofessionals en op de medische opleidingen. Van Steenis: “Zorgverleners moeten meer bij innovatie worden betrokken. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij ontwikkelaars, maar zeker ook bij zorgverleners. Die moeten meer openstaan voor verandering.” Van der Els vervolgt: “Sommige zorgverleners zijn bang dat de menselijke maat verdwijnt. Dat is ook iets om rekening mee te houden, maar juist daarom moeten ze erover meedenken hoe innovatie een faciliterende rol kan spelen.”

Meer aandacht voor toepassing

De werkgroep geeft verder aan dat de opleidingen meer aandacht voor de toepassing van nieuwe technologieën zouden moeten hebben. “Toen ik in 2006 met de farmacie-opleiding startte, bestond de iPhone nog niet”, zegt Van Steenis. “Tijdens mijn studie volgden de technologische vernieuwingen elkaar echter razendsnel op. Maar ín de studie hebben we daar nooit iets mee gedaan.” Van der Els: “Het gaat niet om uitleg over hoe een app of een computersysteem in een ziekenhuis werkt. Maar om: waar kan ik nieuwe technieken vinden? En hoe kan ik ze implementeren? Een vak als verandermanagement zou nuttig zijn. Zodat jonge zorgprofessionals vertrouwder met de implementatie van vernieuwingen aan de slag kunnen.”

Ten slotte stelt de werkgroep dat er meer tijd en geld vrijgemaakt moet worden om gebruik van technologie in te passen in de praktijk. Van der Els ziet een rol weggelegd voor de verzekeraars. “Er zijn verzekeraars die met proeftuinen initiatieven ondersteunen. Maar in veel gevallen willen ze alleen innovatie financieren als het geld oplevert. De vraag is: gaat het alleen daarom? Of ook om patiënttevredenheid?” Van Steenis voegt eraan toe dat er ook van de overheid iets (meer) verlangd mag worden. “Nu is er soms een potje voor een pilot, maar dan krijgt zo’n pilot, hoewel succesvol, geen vervolg.”

Spread the word

In het visiedocument dat in januari wordt gepresenteerd, komen deze knelpunten en aanbevelingen uitgebreid aan bod. Of het tot verandering zal leiden, moet blijken. “We hebben niet de illusie dat we met z’n twintigen de zorg kunnen veranderen”, zegt Van Steenis. “De Werkgroep Zorg 2025 fungeert als aanjager. We willen de stem van onze leden, die vele disciplines vertegenwoordigen, laten horen. Spread the word. En dat gaat ons goed af; we worden gehoord, dat blijkt wel uit het feit dat het ministerie van VWS graag met ons in gesprek wil.”

“We hebben niet de illusie dat we met z’n twintigen de zorg kunnen veranderen”

Voor de presentatie gaat het document nog langs de besturen van de Landelijke Organisatie Van Aspirant Huisartsen (LOVAH), De Jonge Specialist, het Landelijk Overleg Sociaal-Geneeskundigen in Opleiding (LOSGIO), de Vereniging voor Artsen in opleiding tot Specialist Ouderengeneeskunde (VASON) en de Vereniging van Jonge Apothekers (VJA). Van der Els: “Als zij allemaal goedkeuring geven, is er dus een grote achterban voor onze standpunten.”

De Werkgroep Zorg 2025 bestaat uit zorgverleners in opleiding die zich willen inzetten om de gezondheidszorg in de toekomst betaalbaar, toegankelijk en kwalitatief hoogstaand te houden, waarbij de kwaliteit van zorg voor de patiënt centraal blijft staan. Het visiedocument wordt gepresenteerd tijdens het symposium ‘Bridge the (g)@pp’ op 18 januari 2017. Het symposium begint om 18.00 uur en vindt plaats op het hoofdkantoor van VvAA in Utrecht. Meer info: wz2025.nl.

 

Delen