Investeren

De helft van de Nederlandse bevolking van veertig jaar en ouder zou wel een verzekering willen afsluiten voor huishoudelijke hulp en persoonlijke verzorging, stellen drie economen in het kader van een onderzoek naar eigen verantwoordelijkheid in ouderenzorg. Bijna de helft van de mensen die zij enquêteerden verwacht niet te kunnen rekenen op mantelzorg. En slechts weinig mensen verwachten met zekerheid (6 procent) of waarschijnlijk (17 procent) te kunnen terugvallen op hun sociale netwerk als ze hulpbehoevend worden. Met die percentages in het achterhoofd klinkt het logisch om via een verzekering zekerheid te willen creëren over de beschikbaarheid van thuiszorg op het moment dat de noodzaak daartoe zich aandient.

Investeren in sociaal netwerk heeft blijkbaar geen prioriteit

Toch is hier iets vreemds aan de hand. Het is begrijpelijk dat fortysomethings op dat moment in hun leven niet zo veel investeren in de persoonlijke contacten die later in hun leven de beschikbaarheid van mantelzorg mogelijk maken. De meesten van hen zijn immers druk bezig met carrière maken, hypotheek aflossen en kinderen grootbrengen. Ze hebben vanaf die jaren tot aan hun pensioen nog jarenlang de tijd om via een verzekering te investeren in thuiszorggarantie. Maar ze hebben diezelfde jaren ook tot hun beschikking om te investeren in persoonlijke contacten. Toch overwegen ze die optie blijkbaar niet, of komt die in ieder geval niet als conclusie uit de steekproef van de economen tevoorschijn.

Cynisch gesteld: mensen hebben meer vertrouwen in een verzekering die professionele thuiszorg garandeert dan in hun eigen vermogen om een netwerk op te bouwen dat hen in staat stelt om die zorg in het informele circuit te regelen.

Delen