‘Je leren verwonderen’

Mijn ogen worden groter en groter,
als twee cirkels water,
ze hebben mijn hele voorhoofd bedekt
en de helft van mijn borst.
Gauw zullen ze net zo groot zijn
als ik

Een auto is een blik op vier wielen. Een patiënt is een mens met een klacht. Allebei waar! Maar met de kale waarheid doet u auto’s, patiënten en vooral uzelf tekort. Want u kunt als hulpverlener veel meer genieten van uw fantastische beroep. Wat u echter opnieuw moet leren, is onbevangen kijken oftewel uw ogen heel groot laten worden. Vergeet brein te zijn, omarm de wereld met uw blik, koester de verwondering!

Donderdag 30 januari a.s. begint met de Gedichtendag de Poëzieweek, die dit jaar als thema ‘Verwondering’ heeft. Eigenlijk heeft u geen gedichten nodig om uzelf te verwonderen. Want patiënten stromen immers over van poëzie: klaagzangen, grotesken, atonale poëzie, vrije verzen, hymnen, tot zwanenzang toe. Maar poëzie leert u op een speelse wijze te verwonderen. Weinig bijscholingen leveren zo veel plezier op als het lezen van gedichten.

Maar waar en hoe moet u beginnen? Vergeet zo snel mogelijk uw patiënten die gedichten schrijven. Poëzie die teert op medelijden is drijfzand: u zakt erin weg en stikt! Ik ken wel een paar dokters die voortreffelijke dichters zijn: Gottfried Benn (1886 – 1956), William Carlos Williams (1883 – 1963) en Miroslav Holub (1923-1998). Wat vindt u van het volgende fragment?

Kom, til gerust deze deken op.
Kijk, deze homp vet en rotte sappen
dat was ooit de trots van een of andere man…

Wrang maar het leven van elke hulpverlener kent wrange momenten, waarover doorgaans niet graag wordt gesproken. De nog jonge Gottfried Benn dichtte heel plastisch over zijn obducties. De verwondering zit in de derde regel: dit was ooit leven! De poëzie van de kinderarts William Carlos Williams is heel anders dan die van zijn collega Benn; zijn dichtregels dwarrelen als ogenschijnlijk onbeduidende blaadjes op je neer en toveren een glimlach op je lippen:

Kom, ik beng je
naar het ziekenhuis, zei ik,
en als je weer beter bent
kun je doen wat je wilt.
Ze glimlachte, Ja
eerst kun jij doen wat je wilt
dan mag ik doen wat ik wil….

Wanneer u uit een klacht van een patiënt louter datgene destilleert wat binnen uw protocollaire denken past, reduceert u een wagen tot blik op vier wielen. Het is voor patiënten al lastig genoeg om in een rotsituatie hun gedachten helder te verwoorden. Wat klinkt als poëzie is beslist geen bijzaak, geen franje, maar zegt vaak iets heel wezenlijks. Wie zich leert verwonderen, ziet meer en kan daar profijt van trekken.

 

Miroslav Holub was immunoloog, publiceerde veel wetenschappelijke artikelen en genoot als zodanig ook gezag bij vakgenoten. Hij had over pijn ongetwijfeld een lang en boeiend essay kunnen schrijven maar beperkte zich tot een gedicht met als titel “Beknopte beschouwing over het woord pijn”.

Wittgenstein zegt: het begrip ‘pijn-doen’ heeft
tranen en pijnkreten vervangen. Het woord ‘pijn’
beschrijft de uiting van pijn niet maar vervangt die.
Daarmee schept het een nieuw gedragspatroon
in geval van pijn.

Het woord treedt tussen ons en pijn in
als een weivlies van stilte.
Het is verstilling. Het is de naald
die de hechting lostornt
tussen bloed en klei.

Het woord is de eerste stap
naar vrijheid
uit zichzelf.

In geval dat anderen
in de buurt zijn.

Geen gemakkelijke kost, hoor ik u denken. U heeft gelijk, maar verwondering eist soms dat vastgeroeste tandradjes worden losgewrikt. De kloof tussen pijn voelen en pijn verwoorden is onpeilbaar diep en donker. De dichter probeert deze kloof te verkennen en laat ons delen in zijn verwondering. In poëzie worden woorden beelden.

Wanneer u zelden of nooit gedichten leest, kost het best wel veel moed om aan poëzie te beginnen maar ik verzeker u dat het loont. Begin dan vooral níet met gedichtenbundels van Gottfried Benn, William Carlos Williams en Miroslav Holub maar koop een van de boeken met poëzie die Daan Bronkhorst voor Amnesty International heeft samengesteld. Het gedichtfragment van Marin Sorescu (1936-1996), waarmee deze blog opent, komt uit de door hem gecompileerde bundel “Voor je ogen”. Het hoeft geen betoog dat dit een even prachtige titel is voor poëzie!

De gedichtfragmenten in deze blog zijn respectievelijk vertaald door Daan Bronkhorst, Huub Beurskens (tweede en derde citaat) en Jana Beranová. De bundel Voor je ogen kost in de webshop van Amnesty International 9,95 euro inclusief verzendkosten.

 

Delen