Kanovaren in Weerribben-Wieden

Bij een kanozwerftocht door een eindeloos natuurgebied denkt u misschien eerst aan Zweden.Niet nodig, want in het uitgestrekte Nationaal Park Weerribben-Wieden kunt u eenzelfde rust en vrijheid ervaren. Een waar kanoparadijs, weet wildernisgids en auteur Frank van Zwol.

Tekst: Frank van Zwol | Beeld: Jolanda Linschooten

Geruisloos halen we onze peddels door het water en laten we de kano door de Kalenbergergracht glijden. De boeggolf verbreekt het spiegelbeeld van de rietgedekte veenhuisjes aan de oever, alsof ze ruw door elkaar geschud worden. Niemand schrikt er wakker van, Ossenzijl is nog in diepe rust. Het is absurd vroeg om te gaan kanoën, maar wie een otter wil zien, doet er goed aan voor dag en dauw op pad te gaan. En een otter willen mijn vrouw Jolanda en ik nu wel eens zien. We komen hier al jaren, kennen het gebied als onze broekzak en het verveelt nooit. Maar een otter, dat zou toch echt gaaf zijn!

Roerdomp

We draaien soepel een haakse bocht en mikken de kano onder de eerste brug door die we tegenkomen. Het slapende dorpje verdwijnt achter ons en voor onze boeg ligt het grootste aaneengesloten laagveenmoeras van West-Europa. Een nationaal park van maar liefst 10.500 hectare. Vaak wordt zo’n oppervlakte dan in de volgende zin uitgedrukt in voetbalvelden om de immense grootte aan te geven. Maar dit gebied vergelijken met een voetbalveld? Je kunt hier nauwelijks lopen over de rietlanden, trilvenen of drijvende moerasplanten, de kraggen. Laat staan een balletje trappen. Niks voetballen. Dit gebied roept gewoon om een kano. 

‘Boeeh! Boeeh!’, wordt er geroepen uit het riet. Toch een verdwaalde voetbalsupporter? Nee, zeker niet. Het zware geluid als van een blaasbalg die een immens luchtbed oppompt, herkennen we direct als de zeldzame roerdomp die zijn territorium markeert. Een karakeristiek geluid dat je eerder aan een koe toerekent dan aan een vogel. Maar hij zit er toch echt. Zo mogelijk nog stiller laten we de kano langs het rietland glijden waar de geheimzinnige vogel huist. Een paar druppels druipen van onze peddels, dat is het enige geluid dat we produceren. We turen naar het riet, maar de roerdomp laat zich niet zien. Of we kijken niet goed genoeg. De roerdomp heeft een verendek in perfecte camouflagekleuren en bij gevaar gaat hij doodstil in de paalhouding staan. Hoe we ook turen, de schuwe reigersoort laat zich niet zien.

De rietvelden wisselen af met stukken moerasbos, ogenschijnlijk verwilderd, maar met een herkenbare structuur van rechte vaarten, met haaks daarop de weren en ribben waar het gebied zijn naam aan ontleent. De weren waren de gaten waar veen afgegraven werd voor turfwinning. En de ribben de hoge delen waar de turf te drogen werd gelegd. De vroegere turfgaten zijn allang dichtgegroeid met riet of met moerasbos. Als de rietsnijders uit plaatsen als Kalenberg en Belt-Schutsloot niet jaarlijks de rietvelden zouden maaien, dan was het gebied allang dichtgegroeid tot een aaneengesloten moerasbos. Voor je gevoel vaar je door de rimboe, in werkelijkheid is de natuur hier door mensenhanden vormgegeven. In de Weerribben volgens een strak ritme van vaarten, ribben en weren. In de Wieden ging men minder georganiseerd te werk en werd het veen in het wilde weg gegraven. De trekgaten die ontstonden, werden zo groot dat de wind en golven er steeds meer vat op kregen. Zo verdween uiteindelijk het hele dorp Beulake in het water van het meer dat we nu als de Beulakerwijde kennen. Zo ver komen we vandaag niet met de kano. Het is tijd voor koffie.

Verstilling

Bij een van de kanosteigertjes leggen we aan en drinken we een kop koffie uit de thermosfles. De broodjes zijn knapperig, het eitje niet te hard. We warmen ons in de zon die nu boven de rietkraag uitklimt en zuigen de verstilling van de ochtend in ons op. Even een ‘fika’-momentje tijdens onze speurtocht.

“Weer geen otter”, zegt Jolanda. “Nee, helaas”, zeg ik. ‘Hoewel…” Mijn oog valt op een stukje platgedrukt gras naast de steiger waarop een smerige klodder ligt. Ik pak een stokje, poer er even in en ruik er voorzichtig aan. “Otterpoep, of spraint. We zitten goed.” “Dan proberen we het morgen nog een uurtje eerder!” “Deal”, stem ik in. We ruimen het steigertje leeg en stappen weer in de kano. Via Kalenberg varen we terug door de Bokvaart. Enkele reeën staren ons na over het riet. Een eerste fluisterbootje van de verhuur komt ons tegemoet. Terwijl de wereld langzaam tot leven komt, hebben wij onze broodnodige portie natuur alweer opgezogen. Nog een paar peddelslagen terug naar Ossenzijl, straks nog een duik in het kraakheldere water en de dag kan niet meer stuk. 

Zie ik daar nu een roodgeverfd huisje tussen de bomen door? Als je niet beter wist, zou je denken dat je in Scandinavië bent. 

Nationaal Park Weerribben-Wieden laat zich bij uitstek per kano verkennen. Vergeet Giethoorn en kies voor een van de rustigere routes: Weerribbenroute (14 km), Ossenzijlroute (7 km), Kalenbergroute (8 km), Belt-Schutslootroute (8 km) en de Dwarsgrachtroute (10 km). Of nog mooier: als de route naar links gaat, ga dan eens naar rechts en kijk waar u uitkomt. Verdwalen is een reële optie, dus zorg voor een goede kaart of download een gps-route op uw telefoon. Berg uw telefoon en elektronische autosleutel waterdicht op!
Via kanoparadijs.nl komt u direct bij alle kanoroutes, verhuurders en accommodaties in het gebied. Voor meer informatie over de Weerribben-Wieden en andere kanogebieden in ons land, lees Kanoparadijs Nederland van Frank van Zwol en Jolanda Linschooten.

Lezersvoordeel

Wilt u zelf een sportieve, meerdaagse kanotocht inclusief twee overnachtingen maken in Nationaal Park Weerribben-Wieden? Speciaal voor Arts en Auto-lezers stelde Kanoschool Herbie Bird een arrangement samen. Kijk voor meer informatie op VvAA Ledenvoordeel. Of volg met ledenkorting een avontuurlijke kanocursus bij dezelfde kanoschool.

Delen