Kansen laten liggen

Een curieuze bevinding van Frank Hendriks (stafmedewerker faculteit geneeskunde VU) bij zijn onderzoek naar de vraag waarom de laatste jaren steeds meer studenten hun coschappen voor kortere of langere tijd lijken te onderbreken: de uitval wordt nergens systematisch bijgehouden.

Zoiets wil je als faculteit toch weten, zou je denken. Want achter cijfers over uitval ligt de interessante vraag waaróm van die uitval sprake is. Het antwoord daarop biedt op zijn beurt weer kennis die de basis kan vormen om er iets aan te doen. De coschappen aantrekkelijker maken bijvoorbeeld, door ze beter te laten aansluiten op de wensen en verwachtingen van de co’s. Of meer aan verwachtingsmanagement doen. Het niet bijhouden kan de suggestie wekken van niet willen weten, of niet interessant vinden om te weten omdat er toch co’s genoeg zijn.

‘Achter de cijfers over uitval coassistenten ligt de interessante vraag: waaróm?’

Misschien is deze bijvangst dus wel een van de interessantste bevindingen uit het onderzoek van Hendriks, zonder overigens aan het belang van dat onderzoek iets af te willen doen. Voor de uitval is geen eenduidige reden aan te wijzen, concludeert hij. Wel geeft hij aan dat stressgerelateerde klachten met ook het risico op een burn-out een rol spelen. Een geluid dat we de laatste jaren wel vaker horen, en dat gelukkig meer aandacht begint te krijgen dankzij initiatieven als Zin in Zorg en De Jonge dokter.

Op basis van interviews met 150 studenten concludeerde Hendriks dat veruit de meesten van hen medisch specialist worden als het meest voor de hand liggende toekomstperspectief zien. Ze krijgen maar weinig informatie aangereikt over alternatieven. Op dit punt laten dus heel wat disciplines een kans liggen.

Delen