Kennis is inkoopmacht

“Als een arts aankomt bij inkoop dat hij hechtdraad X van merk Y wil hebben, is het spel eigenlijk al gespeeld. De leverancier kan dan meer vragen dan de waarde van het product.” Deze zin werd gisteren opgetekend, maar dat had net zo goed van tien, twintig of dertig jaar geleden kunnen zijn. Het zijn woorden uit de mond van onderzoeker Kees Isendoorn van Gupta Strategists en het is triest dat ze nog steeds waar zijn.

Wie het rapport van Gupta induikt, vindt op bladzijde 23 een interview met Anja Hoeksema (manager inkoop bij Ziekenhuis Amstelland en BovenIJ Ziekenhuis). Zij geeft in één zin de reden waarom deze situatie al zo lang kan voortbestaan: de artsen bepalen wel maar betalen niet. Ze beslissen wel over de medische hulpmiddelen die ze willen gebruiken, maar zijn niet budgetverantwoordelijk omdat ze onderdeel van een maatschap zijn.

De artsen bepalen wel maar betalen niet

Mag je hieruit de conclusie trekken dat artsen geen boodschap hebben aan de vraag of kosten te besparen zijn op de inkoop van medische hulpmiddelen zonder aan kwaliteit in te boeten? Hoeksema is zo verstandig om die vraag onbesproken te laten. Ze wil geen vijanden maken onder de artsen, maar juist de contacten met hen versterken: de discussie aangaan, doorvragen, meekijken in het primaire proces. Met succes blijkbaar, want Ziekenhuis Amstelland is erin geslaagd om in één jaar tijd 10 procent op de inkoopkosten te besparen.

Jammer genoeg geeft het Gupta-rapport niet meer concrete voorbeelden, en lezen we bijvoorbeeld slechts dan ‘een ziekenhuis’ erin geslaagd is om de inkoopkosten structureel met 18 procent terug te brengen. Hier ligt een schone taak voor NEVI  Zorg en NVZ vereniging van ziekenhuizen, om wél de concrete gegevens over deze best practices te kennen, als basis voor snelle kennisdeling in álle Nederlandse ziekenhuizen.

Delen