Kersthormonen

KersthormonenOnze zoon was acht jaar toen hij de klok beschilderde die bijna een kwart eeuw later nog altijd in onze voorkamer de tijd aangeeft. Misschien verbeeldde hij de vier seizoenen waarover toen wellicht op school werd gesproken. Blikvanger is een uitbundige kerstboom. Wanneer er kersthormonen bestaan, circuleren deze in zijn bloed, niet alleen in de decembermaand maar het hele jaar. Op zomervakantie in een smoorheet Frankrijk was zoonlief al volop bezig met zijn kerstdorp, dat – toen nog voorzien van een aan het plafond bevestigd netwerk vol twinkelende lampjes (‘de hemel’) – eerst bij ons thuis en nu op zijn appartement een hele wand in beslag neemt. Zijn kerstpassie heeft zich alsmaar uitgebreid: vanaf medio november trekt zijn kerstmarktensite dagelijks een paar duizend bezoekers.

Kerstmis laat mij koud. Ik zie er zelfs tegenop. Mij trekt meer de korte periode – de luwte – tussen kerstmis en nieuwjaar dan de feestdagen zelf met hun kwetsbare verplichtingen. Ik vond het vroeger nooit erg om op kerstavond dienst op de huisartspost te hebben. Integendeel: juist dán vroeg ik om ingedeeld te worden. Onze zoon heeft zijn kersthormonen dus zeker niet van mij. Voor mij hoeft er ook geen kerstboom in huis te worden gehaald maar dat ging zelfs onze studerende dochter, die aanzienlijk minder kerst-minded als haar broer is, te ver: “Zonder kerstboom kom ik niet naar huis!” Voor hen en veel anderen is kerstmis bij uitstek een sfeervol feest in huiselijke kring geworden met het accent op gezellig bij elkaar zijn. Het kerstverhaal en elke andere duiding van dit feest spelen nauwelijks of geen rol meer.

Ik vond het vroeger nooit erg om op kerstavond dienst op de huisartspost te hebben

Alsof het gisteren plaats vond, herinner ik mij een onverzorgde man van rond de dertig jaar die mijn spreekkamer binnenkwam. Het was voor het eerst dat deze patiënt uit mijn praktijk een beroep op mij deed. “Dokter,” zei hij, “ik heb geen dak boven mijn hoofd en kan nergens meer terecht; zou ik tijdelijk in uw garage mogen wonen?” Nog altijd zou ik die stem herkennen. De man was werkeloos en had écht niets meer: geen familie of vrienden en ook geen geld. Mijn eerste reactie was er een van ongeloof: dit kán niet waar zijn. Nederland is zo welvarend dat niemand van honger of kou hoeft dood te gaan. Er is altijd wel ergens plek, zelfs voor mensen die het zichzelf en anderen heel moeilijk maken en op een dag noodgedwongen bij een dokter aankloppen.

Nourhan, de Syrische vluchteling die ik ruim twee jaar tracht te begeleiden, heeft het op dit moment nog aanzienlijk beter dan de betreffende patiënt. Maar over alles is onzekerheid: zijn uitkering, zijn woonruimte, zijn opleiding en überhaupt zijn perspectief. Ik maak mij misschien meer zorgen over hem dan hijzelf. Maar dat komt omdat ik tussen zijn wereld en die van mijn eigen kinderen een kloof ervaar. Met name rond de kersttijd komt dat tot uiting. Het zijn werelden die op geen enkele wijze op elkaar aansluiten, zelfs niet in dromen. Sinds kort kan Nourhan gelukkig terecht bij de voedselbank maar voor zolang als dat duurt. Wat hem wekelijks wordt verstrekt, deelt hij overigens met anderen die het nog slechter hebben.

Ik maak mij misschien meer zorgen over hem dan hijzelf

Een vriend van mij vervoert als vrijwilliger eens per week twee volle vrachtwagens met eten van een horecagroothandel naar diezelfde voedselbank. “De laatste keer was er nog voldoende voor nog een derde rit maar dat kon de voedselbank niet aan”, vertelde hij onlangs. Dat eten – “er zit zelfs diepgevroren zalm bij” – wordt blijkbaar vernietigd. Kijk, hier loopt iets spaak in onze samenleving. Wanneer in de politiek gesproken over ‘de kloof tussen arm en rijk’ glijdt dat meestal langs mij heen. Maar die kloof bestaat écht en op de een of andere wijze erger ik mij steeds meer aan mensen die dat glashard ontkennen. Niemand misgun ik een sfeervolle kerst met heel veel gezelligheid en een lading cadeautjes onder de kerstboom maar in hemelsnaam: vergeet niet hen die zich nooit deze luxe zullen kunnen permitteren en voor wie het leven elke dag een gevecht voor bestaanszekerheid is.

Delen