Keurmerkenwaanzin

Als potentiële patiënt wil ik toch weten waar ik het beste terecht kan voor mijn probleem? Een logische en terechte vraag. Wij vinden de garantie van het gilde, dat iemand zich bijvoorbeeld chirurg of oncoloog of verpleegkundige mag noemen, kennelijk niet meer genoeg. Heel vaak word ik gevraagd door mensen om een advies waar ze zich het beste kunnen laten behandelen voor een bepaalde ziekte. Vaak heb ik dan ook nog wel een antwoord klaar en als dat niet zo is bel, ik een collega van dat specifieke vakgebied op om te vragen wat hij adviseert.

Maar waar we dat advies nou precies op baseren is moeilijk te kwalificeren of te kwantificeren. Er zijn wel wat bronnen die je kunt raadplegen zoals de website van de stichting NICE voor bijvoorbeeld hartchirurgie (en intensive care), maar persoonlijk zou ik nooit alleen op die getallen af gaan omdat het niet ‘dé waarheid’ is, maar slechts een onderdeel daarvan.

Natuurlijk heeft iedere burger deze vraag wanneer hij/zij wordt overvallen door een ernstige ziekte. En zoals onze ouders vroeger afgingen op het kopen van supermarktartikelen met ‘Goedgekeurd door de Nederlandsche Vereeniging van Huisvrouwen’ (NVVH) labels, willen wij burgers nu ook een extra keurmerkstempel voor ‘de zorg’. Begrijpelijk.

Begonnen met goede bedoelingen, gestrand in dure waanzin

Recent heeft het Zorginstituut Nederland al die keurmerken die er nu zijn eens op een rijtje gezet. En voordat ik begin te vertellen hoezeer het ‘une folie’ is geworden, wil ik vooropstellen dat ik goed begrijp dat het vanuit de beste bedoelingen is gestart en in veel gevallen ook wel nut heeft gehad. De burger of de patiënt wilde invloed en zaken verbeteren. En via de keurmerken konden ze macht en invloed uitoefenen. Vooral ook wanneer zorgverzekeraars door het eisen van ‘kwaliteitskeurmerken’ het belang dat zij zeggen te stellen in ‘kwaliteit’ zo eenvoudig kracht bij konden zetten. Overigens nóg een reden om, zoals ik in een vorige blog, stelde vragentekens te zetten wanneer zorgverzekeraars die keurmerken kunnen beïnvloeden.Onze zorginstanties geven (ik vrees tientallen) miljoenen per jaar uit aan de rapportages om een “’lintje te krijgen’

Maar de rapen zijn nu gaar, om een NVVH-achtige term te gebruiken. Het overzicht van de keurmerken is bijna een absurdistisch komisch leesboek geworden eerlijk gezegd. Als je dan ook nog weet dat er nul afstemming is tussen al die keurmerken, dan moet je bijna extra zuurstof toegediend krijgen bij het schaterlachen als je je realiseert dat al die keurmerken aan de man zijn gebracht en veel instanties daar dik voor betalen. De tarieven van al die goedbedoelde keurmerken zijn namelijk vaak veel hoger dan u en ik ooit hadden kunnen bedenken, terwijl een aantal keurmerkinstanties niet transparant zijn over de kosten. En hoewel sommige van die keurmerken ‘gratis’ zijn, moet u de indirecte kosten niet vergeten die in de instellingen gemaakt moeten worden om de vereiste gegevens aan te leveren.  Het viel me op dat het bedrijf ‘MediQuest’ veel analyses uitvoert, vast niet voor niets.

Onze zorginstanties geven (ik vrees tientallen) miljoenen per jaar uit aan de rapportages om ‘een lintje te krijgen’. Ik pik er een paar uit – onwillekeurig of willekeurig, wat u maar wilt, omdat dit stukje anders te lang zou zijn – maar ik zou vrijwel alle keurmerken kunnen noemen.

De Vereniging van Ouders van Couveusekinderen geeft een Neokeurmerk uit. Ziekenhuizen moeten een vragenlijst invullen, worden eens per 3 jaar bezocht en betalen daar € 4.000,-voor, met een jaarlijkse bijdrage van € 500,-.

Achttien zorginstanties betaalden vanaf € 5.000,- voor een Planetree label(voor mensgerichte zorg) dat onder andere (ik citeer) ‘menswaardige technologie: gemakkelijke, effectieve en geruststellende techniek’ garandeert.

88 ziekenhuizen betalen jaarlijks € 2000,- voor een ‘Roze lintje’ van de Borstkankervereniging Nederland. En wilt u een lintje van Stichting Kind en Ziekenhuis net als meer dan 150 afdelingen, dan kunt u kiezen: een bronzen, een zilveren of een gouden Smiley. En natuurlijk is de gouden Smiley wel duurder: € 5.000,-, terwijl de bronzen € 350,- kost. Ook is het onderhoudsgeld wat meer, namelijk € 5.350,- per jaar. En iedere 3 jaar wordt gekeken of u de gouden Smiley nog wel mag houden. De instelling met de Smiley moet onder andere voldoen aan “aandacht voor voldoende personele bezetting met voldoende deskundigheid op het gebied van kinderen (sic!).”

Overzicht keurmerken is bijna een absurdistisch komisch leesboek geworden

123 instellingen betaalden € 950,- per halfjaar voor een Spataderkeurmerk van de Hart&Vaatgroep. 25 GGZ-instellingen betaalden voor het TOPGGz keurmerk aan de gelijk genoemde stichting naast een toegangsgeld van €10.000,- en een abonnement per jaar van €18.000,- ook nog eens tussen de € 5.500,- en € 7.500,- voor de audit die eens per 4 jaar plaatsvindt. Het meeste werk moet de instelling overigens zelf doen met het aanleveren van allerlei gegevens. De zeer kostbare accreditaties van JCI en NIAZ geven geen specificatie van de kosten, maar die bedragen zijn nog veel hoger, ik schreef daar al eerder over.

Met de paar voorbeelden heb ik alleen maar een indruk willen geven van de stortvloed aan keurmerken, die ongetwijfeld met de beste bedoelingen is begonnen om zaken te verbeteren. En als ik denk hoe het vroeger was toen ik mijn broertje in het ziekenhuis wilde bezoeken en hoe het nu voor kinderen is in het ziekenhuis, dan is er veel bereikt. Maar laten we nu waarderen wat we hebben, samen (professionals met input van patiënten) verbeteren, maar ook ophouden met deze plensbui van lintjes.

Delen