Keuze

Minister Ernst Kuipers stelt dat volgend jaar de traumazorg veel beter zal zijn dan nu, door het effect van de zorgcoördinatiecentra. Die zullen zorgen dat het aantal level1-traumapatiënten dat direct naar het juiste ziekenhuis wordt vervoerd, stijgt van 65 naar 90 procent.

Op Twitter leidde dit nieuwsbericht tot de vraag wat in dit verband precies onder ‘juiste’ moet worden verstaan. Is dat het ziekenhuis dat het best de zorg kan verlenen die op dat moment nodig is, of het ziekenhuis waar de patiënt naartoe wil? Met andere woorden: hoe zit het met de vrije artsenkeuze? Mensen kunnen zich erg verbonden voelen met een ziekenhuis, en dus ook juist niet naar een ander ziekenhuis in hetzelfde gebied willen.

‘Hoe zit het met de vrije artsenkeuze?’

Als hiermee rekening moet worden gehouden, heeft dit op veel meer fronten gevolgen dan alleen voor de traumazorg. Het recht van de individuele patiënt op vrije artsenkeuze vooropstellen, zou immers in zijn uiterste consequentie betekenen dat concentratie van zorg onmogelijk wordt, of dat zorginstellingen niet het recht hebben om een bepaald zorgaanbod af te stoten. Beide zouden immers betekenen dat zorg verdwijnt die er tot die tijd wel is, en dus dat de vrije artsenkeuze wordt beperkt. Het zou ook ingrijpende consequenties hebben voor de uitvoerbaarheid van het Integraal Zorgakkoord.

De Tweede Kamer heeft eind vorig jaar een wetsvoorstel aangenomen van Wieke Paulusma (D66) voor een publiekscampagne over hoe de toekomst van de zorg eruit moet zien. Komt dit onderwerp daarin aan de orde? Of komt er een burgerberaad waarin we ons hierover kunnen uitspreken? Het is een interessante vraag welke kant de publieke opinie dan op zou gaan. Zeker als de consequenties voor ieders portemonnee (lees: de zorgpremie) daarin worden meegewogen.

Delen