Kookboekgeneeskunde

Op zich mooi nieuws natuurlijk dat Amsterdam UMC, locatie AMC een nieuw voedingsconcept introduceert dat moet bijdragen aan sneller herstel door patiënten eten en drinken op maat te bieden. Het ziekenhuis maakt hiermee werk van de al langer bestaande kennis dat voeding de ligduur van de patiënt met wel anderhalve dag kan verkorten. Ziekenhuisbedden zijn dure bedden, dus zorgen dat de patiënt er zo snel mogelijk op verantwoorde wijze uit kan, is een zinnige bijdrage aan de juiste zorg op de juiste plek.

Waarom dan toch dat voorbehoud ‘op zich’? Omdat patiënten in Amsterdam UMC geen unieke patiënten zijn natuurlijk. En omdat locatie AMC bepaald niet het eerste ziekenhuis is dat met een vernieuwend voedingsconcept komt, dat de bedoeling heeft actief bij te dragen aan het herstel van de patiënt na een medische ingreep. Het ontbreekt blijkbaar aan samenwerking en samenhang op dit gebied en het zou zo logisch zijn als daarvan wel sprake was. Het is een generiek vraagstuk tenslotte, geen ziekenhuis specifiek vraagstuk.

Natuurlijk kan de overheid hier nu een taskforce opzetten. Ze kan in samenwerking met bijvoorbeeld het Voedingscentrum tot een richtlijn voor ziekenhuisvoeding komen. Die kan ze vervolgens dwingend opleggen, en ze kan de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd opdragen erop toe te zien dat die wordt nageleefd. Maar waarom pakken de ziekenhuizen deze handschoen niet gezamenlijk op? De ligduur van patiënten verkorten levert een relevante bijdrage aan het in de hand houden van de zorgkosten, het is een sprekend voorbeeld van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Van ziekenhuizen mag daarin een proactieve rol worden verwacht.

Tot zover voor nu, het is tijd voor vakantie. Mijn volgende blog leest u hier op maandag 29 juli.

Delen