Kwaliteit van overlijden

Een interessante lezing tijdens het DICA-congres kwam afgelopen vrijdag van Eskil Degsell uit Zweden. Zijn vrouw heeft een hersentumor en wordt hiervoor behandeld in het Karolinska universiteitsziekenhuis, waarvan Melvin Samsom sinds oktober 2014 CEO is. Samsom maakte die overstap om verder invulling te geven aan de ambitie die hij in het Radboudumc ook al had: radicaal kiezen voor de patiënt en daar de hele zorg op aanpassen.

Wat Degsell en zijn vrouw hiervan merkten is dat zij werden uitgenodigd om in een panel samen met zorgprofessionals te praten over de vraag hoe hieraan voor patiënten met een hersentumor het best invulling kan worden vormgegeven. Toen de gesprekken hierover begonnen, in 2015, lag de focus van de behandelaars nog op slechts twee criteria: overleving en complicaties. In termen van value based healthcare erg teleurstellend, vond Degsell.

Radicaal kiezen voor de patiënt en daar de hele zorg op aanpassen

Nu, in 2017 ziet het lijstje er anders uit: kwaliteit van leven voor patiënt en naaste, sociaal functioneren voor patiënt en naaste, vermoeidheid en geheugenfunctie, depressie, stress bij de naaste en overleving. Maar ook – en dat is echt een nieuw geluid: kwaliteit van overlijden. Degsell: “We kwamen tot deze criteria door als patiënten samen te werken met zorgprofessionals van wie ik vermoed dat ze nog nooit eerder in één kamer bij elkaar gezeten hadden. En we ontwikkelden samen een roadmap om daadwerkelijk tot zorgverlening op basis van die criteria te komen. Op deze manier hebben we in twee jaar tijd veel bereikt: we nemen betere beslissingen die leiden tot betere uitkomsten”.

Iedereen tevreden? Iedereen behalve de neurochirurgen, vertelde Degsell desgevraagd. Die stellen zich op het standpunt dat ze het allemaal maar flauwekul vinden. Ze willen patiënten behandelen en zijn niet geïnteresseerd in kwaliteit van overlijden.

Delen