Lean: werkprocessen op dieet

In de video hieronder vertelt neurowetenschapper Sandra Aamodt over fascinerende inzichten hoe de hersenen werken in relatie tot ons gewicht. Ze legt uit waarom diëten niet werken (uit onderzoeken blijkt dat bijna iedereen vroeg of laat terug valt op het oude gewicht, of zelfs slechter af is dan voor het dieet). Ze vertelt dat er een gebied is in de hersenen dat onbewust de neiging tot eten en drinken regelt op basis van een beperkt aantal signalen.

Nieuw voor mij is dat iedereen een ‘set point’ heeft, of eigenlijk meer een ‘set marge’. Dat is het gewichtsmarge van ongeveer 5 kilo waar je dat hersengebied op aanstuurt, bijvoorbeeld 67 tot 72 kilo. In feite als een thermostaat die volgt of je meer of minder moet eten en drinken.

Als je in de winter je raam openzet zorgt de thermostaat dat je CV extra gaat stoken om het huis warm te houden. Dit hersengebied werkt in feite hetzelfde. Als je streng dieet en gewicht snel afvalt, schakelt dit hersengebied automatisch in een overlevingstoestand, onafhankelijk hoeveel je op dat moment weegt. Daardoor verbrandt je lichaam beduidend minder calorieën dan normaal, wat het moeilijker maakt om af te vallen.

En dan komt het echt slechte nieuws: dat zul je dan de rest van je leven moeten zien vol te houden om op dat lagere gewicht te blijven. Dat komt omdat het erop lijkt dat het gebied (‘set point’) waar je hersenen op stuurt wel in de loop der jaren omhoog kan schuiven, maar vooralsnog is niet ontdekt hoe het omlaag kan. Je lichaam denkt dus continu dat je verhongert als je een lager gewicht hebt dan je set point. Veel afvallen na lange tijd een hoger gewicht te hebben gehad, lukt dus alleen met bijzonder veel discipline. Iets wat maar weinig mensen lang vol houden. Kom je een keer in een moeilijke periode in je leven, dan val je snel terug omdat je continu signalen tegen moet houden die schreeuwen om eten en drinken.

Aamodt vertelt dat het enige wat op dit moment goed lijkt te werken, een verhoogd bewustzijn van je hersengebied is. Oftewel: luister naar de behoefte van je lichaam om te eten en drinken en doe dat dan gewoon. Inhouden is niet nodig en ook niet lang haalbaar. Maar eet en drink niet meer dan het lichaam nodig heeft. (naast alle gebruikelijke adviezen lijkt me om gevarieerd te eten en regelmatig te bewegen).

Zou een organisatie min of meer hetzelfde werken? Dat ook een bedrijfscultuur een ‘set marge’ heeft voor de hoeveelheid verspilling die zij tolereert? Als je een organisatie dan door projecten processen een stuk efficiënter maakt, zal de cultuur dan niet tegenhouden dat allerlei vormen van verspilling terug komen waar de cultuur om schreeuwt omdat het in overlevingsmodus komt? Mogelijk zelfs versneld en meer verspilling terugkeert dan ervoor? (het gevreesde jojo-effect bij diëten).

Dat onderbouwt het belang dat iedereen elke dag een beetje verspilling verwijdert uit de processen. Dat is niet alleen om dat dat resultaat oplevert, maar ook omdat het een bewustzijn oplevert dat voorkomt dat andere vormen van verspilling in de processen kruipen. Misschien zit daar wel een nog grotere winst van het dagelijks verbeteren dan de resultaten van de verbeteracties?

Sandra Aarmodt concludeert dat de beste vorm van preventie is het verwijderen van verleidingen, ik denk dan bijvoorbeeld aan de lekkere dingen die bij de kassa uitgestald staan bij de kassa van de supermarkt (en ook in ziekenhuizen nota bene). Ik zelf heb er ook altijd moeite mee als je een doos met chocolaatjes voor mijn neus zet, maar ik mis ze nooit als het niet in huis is.

Hoe kun je de verleidingen om verspillingen terug te brengen in processen wegnemen? Zou dat eenvoudig weg lukken door de aandacht van mensen te richten op het verbeteren van processen door verspilling te verwijderen, of is daar meer voor nodig?

 

Delen