Leiden aan de achterkant

Over tweedeling in de zorg wordt uitbundig gerept, vooral door partijen in de politiek, veelal ter linker zijde. Een tweedeling tussen arm en rijk wel te verstaan, waarbij de rijken sowieso al een gezondheidsvoordeel hebben door betere leefomstandigheden, maar ook nog eens als ze wel ziek worden over middelen kunnen beschikken die niet eenieder in de gezondheidszorg ter beschikking staan.

De tweedeling die minder vaak onder de aandacht komt, is die tussen de geïnformeerde en de ‘onwetende’ patiënt. Wie mijn blogs met enige regelmaat volgt, weet hoe mijn hart ligt bij uitleg, bij uitdragen van mijn vak, ook aan wie op dit moment nog geen urologische ziekte heeft. ‘Participatory healthcare’, meebeslissen of pardon: beslíssen, kan alleen als de patiënt omstandigheden veilig genoeg vindt om vragen te stellen en anders te willen. Als om wie het gaat, kennis kan vergaren die nodig is om ook echt overwogen tot besluiten te komen.

Op sites als deze, en vooral op Social Media, is dit een hot item. Het onderwerp wordt veelvuldig onder de aandacht gebracht en wie er aan artsen op aanwezig is, doet zijn uiterste best kennis met anderen te delen. Veelal zijn het vooroplopers, die eenieder met hart voor de zorg al wel een beetje kent, en die innovaties die ons allen nog beter vooruit moeten gaan helpen op de voet volgen zo niet mee vorm geven.  Helaas bestaat daarmee wel het risico van ‘de incrowd’, de ‘ons kent ons’, de ‘prekers voor eigen parochie’.

Toch is dat is het grootste probleem: de omvangrijke middengroep zal de voorhoede wel volgen. Helaas kennen we in Nederland echter ook nog steeds een fors aantal digibeten en zelfs analfabeten: “In Nederland zijn er ongeveer 1,5 miljoen mensen boven de 16 jaar die moeite hebben met lezen en schrijven (‘laaggeletterdheid’ of ‘functioneel analfabetisme’). Ongeveer 250.000 mensen in Nederland zijn analfabeet en kunnen dus helemaal niet lezen of schrijven.” Heeft de middengroep soms al moeite de koplopers te volgen, voor de achterhoede is dit schier onmogelijk.

Hoewel ik volgaarne tussen de verkenners verblijf, kan ik haast niet anders dan de hand uitsteken naar wie dreigt achter te blijven. Voor hen bestaat er een serieus gezondheidsnadeel dat eerder groter dan kleiner dreigt te worden. Het is daarom dat ik het YOUrology-project (’Urologie voor U’) start. Een project in eerste instantie met video’s. Geen blingbling of strakke vormgeving. Geen ingewikkelde taal of moeilijk termen: gewoon ‘als een bekende aan de keukentafel’. Over blaaskijkonderzoek bijvoorbeeld:

Of over voelen aan de prostaat:

Later dit jaar volgen stappen in de informatievoorziening voor wie ook hier niet over kan beschikken.

Ik weet nog niet hoe deze spagaat tussen aandacht voor voor- en achterhoede gaat uitpakken. Maar ik moet het proberen. “Echte leiders lopen immers niet voorop: ze helpen de achterblijvers.”

Delen