Leukste fietspontjes van Nederland

Een brug ben je zo over, maar een ritje met een veerpont voelt als een avontuur, een reis naar iets nieuws. Aan boord loopt de spanning op. Wat ligt er aan de overkant? Soms zijn de stipjes al te zien: wachtende fietsers, de koeien in de wei of het restaurant met zijn terras. Maakt fietsjournalist Jessica de Korte een fietsroute, dan stopt ze daar, als het even kan, minstens één oversteek met een pontje in.

Tekst en beeld: Jessica de Korte

De veerman kan vol verhalen zitten. Soms gaat het om pensionarissen die geen afscheid van het water kunnen nemen. Ze verkopen nog oude papieren kaartjes, waarna het wisselgeld uit een leren portemonnee of buidel wordt gehaald. Een dienstregeling is er vaak niet; even ben ik overgeleverd aan de ander. Hoe trager zo’n veer aankomt, hoe beter. Dan verliest mijn horloge zijn waarde. Met de tijd hou ik op de fiets liever geen rekening. Op het water is het leven anders. De vaste grond is verdwenen, de horizon slechts een lijn tussen water en lucht. Even lijk ik gewichtloos. 

 Hattem – Zwolle

 ‘t Kleine veer (motorveer) 

Door de uiterwaarden van de IJssel slingert een fietspad naar ’t Kleine Veer, dat al sinds de middeleeuwen de Hanzesteden Hattem en Zwolle verbindt. Tijdens een concert van weidevogels komt het pittige pontje aangevaren. De flanken zijn lichtblauw geschilderd, achterop wappert de Nederlandse vlag. Bij een woonwagen met bloemenkleedjes op de tafels schenkt een schippersvrouw koffie en thee. Vroeger duurde de overtocht wel een half uur. Toen roeiden de veermannen hun passanten nog naar de overzijde. In 1845 sloeg de boot om en verdronken er, naast de veerman, zestien mensen. Nu gaat het er rustiger aan toe. Fietstip: volg de IJssel en ontdek ook andere Hanzesteden. 


 Ohé en Laak – Ophoven (België)

 President Willy Claes (elektrisch veer)

De Maas vormt in een deel van Limburg de grens met België. Hoor ik in het plaatsje Ohé en Laak nog overal Nederlands, na de korte rit met de President Willy Claes zit ik op het terras van fietscafé ’t Orgelhuys, met zeventig soorten streekbieren op de tap en een Vlaamse ober, die moeilijk verstaanbaar is. De verkeersborden ogen anders, de huizen hebben kleinere bakstenen. 

Al in de 17e eeuw bracht een veer mensen over de Maas. Ruim twintig jaar geleden kwam de pont terug, waardoor grensoverschrijdend fietsen een stuk populairder is geworden. De wachtplek is ook fraai, naast een veld met wilde fjordenpaarden. Fietstip: de Maasstadjesroute (40 km).


 Spijkerboor – De Rijp

Jan Hop (motorveer)

Jan Hop was een populaire veerman die van 1911 tot 1946 met een houten roeiboot de overtocht bij Spijkerboor verzorgde. Naar hem is het huidige pontje vernoemd. “Hij had altijd wat kippenvoer op zak en liet de vogeltjes uit zijn hand eten”, vertelt de huidige veerman Wouter Nieuwenhuijse. “Zwemmen kon hij niet, dat was in die tijd vrij gewoon. Hij was ook kastelein van het café Heerenhuis.” Een tijdje voer er een kabelpont, maar die zonk in maart 1970 toen er na een personenauto nog een vrachtwagen aan boord kwam. “Volgens getuigen bleef de Mercedes drijven en kon deze zo aan de kant worden getrokken.” Jan Hop is onderdeel van de pontjesroutes rondom het Alkmaarder- en Uitgeestermeer.


 Zwolle – Haerst

 Haersterveer (trekveer)

Een zwieper aan de koperen bel en daar komt het pontje! Het Haersterveer is de laatste handgetrokken kabelpont van het land. Aardige spierkracht is er wel voor nodig om hem vooruit te brengen, aan de sterke armen van de veervrouw te zien. 

De krasse zeventigers Jacob en Bes Versteegh runnen het fiets- en voetveer over de Vecht, vlakbij Zwolle, samen met een team vrijwilligers. Ze houden het graag een beetje rommelig en primitief, zodat het ‘niet al te druk wordt’. De overtocht van 60 eurocent wordt contant betaald. Na de overtocht slingert de weg door het landgoed De Agnietenberg, waar een ooievaar op zijn nest staat.


 Holysloot – Broek in Waterland

 Pontje (buitenboordmotor)

Alleen de route naar het ieniemini-pontje van Holysloot is al een hele belevenis. Een oud, onverhard kerkpad loopt dwars door het soppige landschap, waar het peil ruim anderhalve meter onder NAP ligt. Naast de smalle bruggetjes loopt een richel voor de fiets.

Een jong veermeisje brengt me naar het geïsoleerde dorp met één straat. “Mijn vader is de veerbaas”, zegt ze. Achter haar staan koeien in de wei en zie je oude boerderijen. Het zou zomaar een schilderij van Paulus Potter kunnen zijn. Holysloot betekent overigens ‘laaggelegen gebied aan een sloot’ en komt voorbij in de minifilm Volgend jaar in Holysloot, die in 1983 een Gouden Kalf won.

Delen