Leve de manager

Tijdens het grote zorgdebat van afgelopen maandag riep beoogd PVV-Kamerlid Karen Gebrands ‘Weg met de zorgmanagers’. Toegegeven, het is een leuke oneliner. Je haalt er de pers mee – kijk maar naar Skipr – en het doet het goed bij degenen die in de zorg als handen aan het bed werken.

Maar zou Gerbrands hebben nagedacht over de consequenties van wat ze zei? In de langdurige zorg is de overstap naar zelfsturende teams aan de orde. Zorgaanbieders kunnen hiermee verschillend omgaan. Een aanbieder kan bij die overstap de manager een nieuwe taak geven als coach voor het zelfsturende team, maar kan ook de laag managers direct uit de organisatie snijden. Gebeurt het laatste, dan wordt zo’n zelfsturend team in het diep gegooid. Dat kán goed uitpakken, maar het legt wel een forse druk op zo’n team. Dat moet immers behalve de zorg voor de cliënten ook ineens de taken gaan doen die de manager voor die tijd deed. Het budget bewaken bijvoorbeeld, de roosterplanning verzorgen, beslissen wanneer invalkrachten moeten worden ingeschakeld en dit dan ook regelen.

Natuurlijk, in een zelfsturend team waarin wel een voormalig manager actief blijft als coach moet een team die taken ook op zich gaan nemen. Maar daar gebeurt het wel met goede ondersteuning en begeleiding door iemand die het werk, en de valkuilen daarvan, kent en die het team de tijd gunt om zich hierin te bekwamen. Toch handig voor een team om op te kunnen terugvallen. En ook wel handig als er managers zijn die taken op zich nemen als beleid, overleg met andere zorgaanbieders, zorgverzekeraars, gemeenten en dergelijke. Dus ‘weg met de zorgmanagers’…be careful what you wish for.

Delen