Leve de provincie

Of het nu gaat om de huisartsenzorg, de ggz of bepaalde medisch-specialistische vakgebieden, in de periferie van Nederland zitten ze te springen om aanwas uit de Randstad. De meeste Randstedelingen zien zo’n stap niet zitten, maar er zijn uitzonderingen. Deze dokters verruilden ‘het westen’ voor ‘de provincie’.

Tekst: Martijn Reinink | Beeld Tamar Smit

Promofilmpjes om jonge huisartsen naar Zeeland te lokken. Een dochter die Facebook inzet om een opvolger te vinden voor de praktijk van haar vader. Een premie van 1.500 euro wanneer je een psychiater, gz-psycholoog, klinisch psycholoog, verpleegkundig specialist of basisarts overhaalt om bij GGZ Friesland in dienst te treden. In regio’s waar grote tekorten zijn of dreigen, haalt men alles uit de kast om zorgprofessionals te werven. Maar het is lastig. De meeste dokters uit de Randstad zien zo’n verhuizing niet zitten.

Psychiater Ferdi Starrenburg (38) heeft die keuze wel gemaakt, maar als hij nu oud-collega’s warm probeert te maken voor Friesland, krijgt hij altijd dezelfde reacties. “Ze vinden het te ver weg, ze zijn al gesetteld of hun partners kunnen hier geen werk vinden.” Starrenburg vraagt hen trouwens niet vanwege die aanbrengpremie, maar omdat de tekorten voelbaar zijn in zijn werk. “De druk op diensten draaien neemt toe, voor sommige teams geldt dat patiënten langer moeten wachten en in de crisisdienst hebben we steeds wisselende psychiaters.”

Dat jonge dokters niet zo verhuisgezind zijn, blijkt ook uit onderzoek van de Groningse Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen naar de mobiliteit van medisch specialisten: de meesten blijven hangen waar ze worden opgeleid. Starrenburg ziet hetzelfde bij professionals in de ggz. Huisarts Evelyn van der Molen (47) merkt het als ze binnen haar huisartsengroep een vacature hebben. “Het is heel lastig om iemand te vinden.”

In regio’s waar grote tekorten zijn of dreigen, haalt men alles uit de kast om zorgprofessionals te werven

Er zijn maar weinig jonge huisartsen die haar pad volgen. Van der Molen verkocht haar huis in Laren om een praktijk in het Drentse Dalen over te nemen. Kort na die overname meldde ze zich bij het UMCG aan als huisartsopleider. “We moeten huisartsen opleiden waar we ze willen hebben.” Daarnaast hoopt ze met de huisartsen in Dalen en de collega’s in Coevorden het werk voor jonge huisartsen aantrekkelijker te maken door het samenwerkingsverband dat ze recent hebben opgericht. “We willen onderling, maar ook met de tweede lijn, andere eerstelijnshulpverleners en de gemeente samenwerkingsafspraken maken, waardoor er ruimte ontstaat voor persoonlijke verdieping.”

Oogartsentekort

Voor oogarts Ali al Dulaimi (30) is de inhoud van het vak een van de belangrijkste redenen om zich te vestigen in het oosten van het land, waar ze al lange tijd kampen met een oogartsentekort. Op zijn tiende verhuist Dulaimi met zijn ouders – beiden arts – van Bagdad naar Nederland. De middelbare school doorloopt hij in Zutphen. Voor zijn geneeskundeopleiding verkast hij naar Amsterdam. “Die stad zie ik als mijn home town. Daar heb ik alles.” Wanneer hij zich gaat specialiseren, moet hij voor het eerst kiezen tussen de Randstad en de provincie. “Vanwege de vooraanstaande professoren heb ik gesolliciteerd in Maastricht, waar ik ook werd aangenomen. Ik was bang dat ik er niet kon aarden, dat het saai zou zijn, maar het tegendeel was waar. Ik heb een geweldige tijd gehad in Limburg.”

‘Voordat ik hier kwam , moesten patiënten drie tot vier maanden wachten. Sommigen gingen zelfs naar Duitsland’

Na zijn specialisatie kan Dulaimi bijna overal in Nederland aan de slag. Zijn keuze valt afgelopen september op Het Ooglasercentrum en Ziekenhuis Groep Twente (ZGT) in Hengelo. “Ik dacht eerst: het oosten? Wat moet ik daar? Maar dokter Tom Bakx belde en zei: kom gewoon eens kijken. Het bleek een heel fijne, professionele, uitdagende werkplek. Ik krijg er de kans om refractiechirurgie te leren. Ook de woonomgeving is prettig, met veel groen en rust. Drukte kun je altijd opzoeken.” In Hengelo zijn ze blij met zijn komst. De vacature stond al jaren open. “Voordat ik hier kwam, moesten patiënten drie tot vier maanden wachten. Sommigen gingen zelfs naar Duitsland. Nu kan men binnen twee weken terecht, soms dezelfde dag nog.”

Dat Dulaimi zijn sociale bezigheden in Amsterdam heeft, vindt hij geen probleem. “Ik stap in de auto en ik ben er in 1,5 uur. Groningen, waar mijn ouders nu wonen, is een uur rijden.” Het werk van zijn partner vormt ook geen belemmering. “Zij moet straks, als we een huis hebben gevonden, iets verder rijden dan nu, maar dat heeft ze er graag voor over.”

Voor het uitkiezen

Voor Starrenburg is het werk van zijn partner in 2015 juist de reden om Rotterdam te verruilen voor Friesland. Zijn vrouw is longarts. “In de Randstad waren er wel chefplekken voor een jaar, maar we wilden niet steeds verhuizen met drie jonge kinderen. In Sneek heeft ze nu een maatschapsplek.” Zelf heeft de psychiater in Friesland de werkplekken voor het uitkiezen. Het wordt de high intensive care kliniek van GGZ Friesland in Leeuwarden. Het gezin koopt een woning aan de rand van Sneek. “Anja kan op de fiets naar het ziekenhuis, ik zit een klein half uur in de auto. Van Rotterdam naar Gouda, waar ik hiervoor heb gewerkt, stond ik standaard in de file. In de twee jaar dat we nu hier wonen, heb ik één keer in de file gestaan. Doordat we ’s avonds eerder thuis zijn, brengen we als gezin veel meer tijd met elkaar door.”

‘In de twee jaar dat we hier nu wonen, heb ik één keer in de file gestaan’

Starrenburg vindt de kwaliteit van leven in het noorden hoger dan in Rotterdam. “We woonden daar in een mooie wijk, maar met een trambaan langs het huis waren er weinig mogelijkheden voor de kinderen om buiten te spelen. Hier kun je voor veel minder geld een ruime woning met veel grond kopen. Qua winkel- en horeca-aanbod is het minder dan in Rotterdam, maar Sneek heeft een regiofunctie, het aanbod is zeker niet slecht. Je parkeert er een hele dag voor 2 euro. Bel je een installateur of een klusjesman, dan staat hij de volgende dag op de stoep. In Rotterdam moet je weken wachten. Hetzelfde geldt voor kinderopvang en school. In Rotterdam meld je je kind in het begin van de zwangerschap aan en dan maar hopen dat de wachtlijst niet te lang is. Hier kennen ze geen wachtlijsten.”

Wat in delen van Friesland wel lastig is, is het vinden van een huisarts. In Leeuwarden bijvoorbeeld zitten bijna alle praktijken vol. De provincie start binnenkort een campagne in de Randstad om jonge huisartsen te werven. In Zeeland, waar ook een groot huisartsentekort dreigt, doen ze hetzelfde, waarbij ze ook op Belgische dokters mikken. In Drenthe leverde zo’n campagne een aantal jaren geleden een paar nieuwe huisartsen op, onder wie Evelyn van der Molen. Ze deed mee aan een weekend ‘proefwerken’ in Drenthe. “Ik werd in de praktijk geplaatst waar ik nu werk. Ik vond dat een laagdrempelige manier om de werkomgeving te kunnen proeven.” In 2014 heeft ze de praktijk in Dalen overgenomen. “Daarvoor werkte ik parttime. Toen mijn man zijn baan in de grafische sector kwijtraakte, hebben we de keuze gemaakt dat ik een praktijk zou starten. Omdat hij op dat moment geen werk had, waren we niet meer gebonden aan de Randstad.” Het werd dus Drenthe, al woont het gezin in Overijssel, op een boerderij in de gemeente Hardenberg. “We zitten hier heel vrij, maar je levert ook aan vrijheid in. In Laren zaten we overal dichtbij. De kinderen sprongen op de fiets en waren zo in Hilversum. Nu moeten we ze overal naartoe brengen.”

Luisteren naar de dokter

Als het gaat over het patiëntcontact in de provincie, dan gebruiken de ‘importdokters’ alle drie hetzelfde woord: prettig. “Het verschil met klinieken in de Randstad, is dat mensen in Twente echt luisteren naar de dokter”, valt Dulaimi op. Van der Molen: “Hoe verder je naar het oosten gaat, hoe groter de waardering voor de dokter. Men is hier eerder geneigd te vertrouwen op het oordeel van de huisarts dan in het westen.” Starrenburg geeft aan dat hij in Friesland veel minder te maken heeft met agressie dan in de instelling in Gouda. En hoewel hij geen Fries spreekt, is van een taalbarrière geen sprake. “Bijna alle patiënten spreken ook gewoon Nederlands, ze verstaan het sowieso. In Gouda, waar een kwart van de patiënten allochtoon is, is de communicatie een veel groter probleem.”

‘Hoe verder je naar het oosten gaat, hoe groter de waardering voor de dokter’

Van der Molen herkent dat. “Ik vind die verschillende culturen heel leuk, maar dat je soms met handen en voeten duidelijk moet maken wat je bedoelt, dat mis ik niet.” In Drenthe heeft ze geen multiculturele, maar wel een diverse
patiëntenpopulatie. “Bij de ene visite kom ik in een chique villa. Bij de andere loop ik zonder aan te bellen achterom, tussen de koeien door. Tussen de visites ben ik langer onderweg dan in de Randstad, maar dat is in deze prachtige omgeving absoluut geen straf.”

Delen