Leven aan een draadje
Nee, hij is niet dood. Nog niet. Maar leeft hij? Wat is leven? Sinds hij van kanker is genezen, verloopt zijn leven dodelijk monotoon. Deels in bed en deels op de bank. Geen groter contrast dan met zijn loopbaan in de bouw. Een oersterke, harde werker, een man van weinig woorden maar alom gerespecteerd vanwege zijn vakmanschap, niet te beroerd om vanwege een lucratieve klus voor zijn baas naar Afrika af te reizen. Vader van vijf kinderen, die hij weinig zag, ook omdat de meeste vrije tijd werd gestoken in vrijwilligerswerk voor een voetbalvereniging.
Ik ken de man van een paar ontmoetingen. Zijn vrouw spreek ik daarentegen regelmatig. Dat ze de tachtig nadert is haar niet aan te zien, een dapper mens, voor geen kleintje vervaard, altijd positief en creatief. Nog altijd een rots in de branding voor haar kinderen, veertigers, die haar weten te vinden wanneer hun relatie stuk loopt of bij andere problemen. Dan krijgt ze er voor een paar weken of maanden een huisgenoot bij. Om de paar weken komt er in het weekend een kleinkind logeren. Hoelang houdt ze dit leven vol?
Vorige week staat haar man ineens om zes uur op. Ze houdt zich slapende. Wat is hier gaande? Zij hoort hoe hij de trap afloopt, wordt onrustig en gaat hem achterna. ‘Wat spook jij uit,’ vraagt ze verbaasd. ‘Ik ga naar mijn werk,’ zegt hij. Ze probeert hem te overtuigen dat hij niet meer hoeft te werken. Hij blijft dralen bij de deur. Op de oprit staat nog zijn wagen, waar hij tot voor kort in reed. Onverantwoord! ‘Je hoeft helemaal niet naar jouw werk,’ herhaalt ze. Hij schuifelt naar de woonkamer en gaat zitten op zijn vaste plek op de bank.
Maar kun je iets geven dat je zelf nooit hebt gekregen?
Iedereen ziet dat het met hem verkeerd gaat. Zijn vrouw, de kinderen, de spaarzame familieleden die op bezoek komen, de specialist bij wie hij onder controle is, de huisarts en de doktersassistente die jaarlijks een diabetescontrole doet. De man slaat alle adviezen in de wind. Hij weigert elke vorm van hulp. Zijn leven hangt aan een draadje en wordt er niet mooier op. Vanaf de bank commandeert hij zijn vrouw. Kleinkinderen worden gepest. Het wordt steeds lastiger om deze situatie aan te zien. Grenzen worden verlegd, niemand durft aan de toekomst te denken.
Wat speelt zich hier af? Wat wil het leven met deze man? Waarom wordt hij langzaam gesloopt? Hoelang moet je wachten? Tot een valpartij, longontsteking of hersenbloeding? Of tot zij het niet meer aan kan? Binnenkort komt er iemand langs voor een dementie-onderzoek. Voor wie, voor wat? Je kunt de man toch niet dwingen om hulp te aanvaarden. Zijn er geen creatieve oplossingen? Het contact met de voetbalclub, waarvoor hij zich jaren heeft ingezet, is langzaam verloren gegaan. Vrienden laten het afweten.
Nee, hij is nog niet dood. Maar leeft hij? De man heeft een rotjeugd gehad. Weinig liefde van zijn ouders. Voor zover hij leeft, leeft hij in het verleden. Ervaart hij opnieuw de pijn van vroeger? Welke verhalen spoken er in zijn hoofd? Zijn levenslange taak was om het huishoudpotje te vullen. Daarvoor heeft hij uitstekend gezorgd. Het paar woont in een mooi, op zichzelf staand huis. Maar veel liefde heeft hij nooit kunnen geven: noch aan zijn vrouw, noch aan zijn kinderen. Maar kun je iets geven, wat je zelf nooit hebt gekregen? De zon laat het afweten. De hemel is bedekt met grijze wolken. En het is stil.