Leven in twee landen

Nourhan* heeft last van pijnlijke handen. Aan beide kanten zijn gewrichten gezwollen. De huid ligt open. Zijn huisarts weet er geen raad mee en stuurt hem naar de internist. Na twee consulten moet hij door naar de reumatoloog. Of naar de neurochirurg? ‘Ik denk de reumatoloog,’ opper ik, wanneer wij elkaar aan de telefoon spreken. ‘Wat is een reumatoloog,’ wil Nourhan van mij weten.

Daags na het bezoek aan de reumatoloog hebben wij ‘onze Syrische vluchteling’, die vijf en een half jaar geleden vanuit Syrië in Nederland aankwam maar geen vluchteling genoemd wil worden, op het eten uitgenodigd. Wanneer het aankomt op het maken van afspraken, is Nourhan uitstekend ingeburgerd: zijn agenda zit vol. Maar met moeite en onder voorbehoud vindt hij gelukkig toch nog een gaatje voor ons.

Het zijn vast geen motten die gaatjes in zijn chocoladebruine T-shirt hebben veroorzaakt. Op de voorkant staat ‘QUICK’ maar één letter is weggevaagd. Nourhan draagt tot op de draad versleten kleren. Zo ook zijn beige broek: jaren geleden tweedehands gekocht maar nog altijd in gebruik. Toen we elkaar leerden kennen, was het helemaal armoe troef en had hij geen cent. Nu verdient Nourhan geld, maar gunt hij zichzelf niets.

In het verre Syrië speelt zich een humanitaire ramp af. Buitenlandse mogendheden hebben de grenzen gesloten en import verboden. De meeste Syriërs leven ver onder de armoedegrens. De pa van Nourhan heeft voor zijn werk als architect een wagen nodig: voor een rijdend wrak van meer dan twintig jaar oud moet hij het tienvoudige betalen van een Nederlandse occasion uit die tijd. De ma van Nourhan werkt als interniste voor de staat en verdient nog geen honderd euro per maand.

‘Syrië mag voor ons ver weg liggen, voor hem is het of zijn lichaam in Nederland huist en de rest in zijn vaderland’

Nourhan stuurt maandelijks duizend euro naar Syrië. Zijn leven bestaat uit werken en zorgen voor zijn Nederlandse dochtertje van twee jaar. Hij maakt dagen van twaalf uur en volgens mij heeft hij nog driekwart van zijn vakantiedagen tegoed. Omdat feestdagen extra geld opleveren, werkt hij dan door. ‘Nourhan, dát is toch geen leven!’ ‘Ik werk even hard als toen jullie 28 jaar waren.’ Helaas heeft hij gelijk.

Een vriend ging als vrijwilliger bij het leger en sneuvelde. Hij was 32 jaar en liet een vrouw en een kind na. Een andere vriend overleefde de gevechten maar mist zijn linkeroog. Ze krijgen geld van Nourhan. Syrië mag voor ons ver weg liggen, voor hem is het of zijn lichaam in Nederland huist en de rest in zijn vaderland.

De diagnose van de reumatoloog is enigszins geruststellend. Maar wat heet geruststellend? Zolang Nourhan leeft zullen de klachten terugkeren. Niet fijn, wanneer je overdag en ’s avonds buiten werkt. Zijn tweede baan als bezorger van maaltijden op een elektrische fiets is trouwens bepaald niet ongevaarlijk. Al twee keer leidde het tot een valpartij.

Maar Nourhan kan toch nog genieten van de korte contactmomenten wanneer hij een maaltijd aflevert. Zijn werk levert elke maand dertig euro fooi op. Die kan hij goed gebruiken. Onlangs had hij mazzel. Een collega had een verkeerde maaltijd afgeleverd. Toen hij de goede bestelling kwam brengen kreeg hij de oude meer naar huis. Daar heeft hij dagenlang van kunnen genieten!

*Om reden van privacy is de voornaam veranderd.

Delen