Maakbaarheidsdenken

Het raakt in alle politiek geweld rondom het coronabeleid en de discussie over het zorgstelsel soms een beetje ondergesneeuwd, maar het ministerie van VWS heeft inderdaad ook een S en die staat voor sport. Helaas zijn er te veel mensen die niet sporten, en dat geldt vooral voor arme en laag opgeleide mensen. Ook die moeten meer gaan sporten, vinden SP, PvdA en GroenLinks, en daarom komen zij met het voorstel voor een sportwet.

Het is een sympathiek idee, waarvoor de Nederlandse Sportraad eerder al de basis legde in een advies. De onderliggende business case is dat de investering die ermee gemoeid is wordt terugverdiend door verlaging van de zorgkosten. Iets wat overigens nog niet is uitgewerkt in cijfers.

‘Dat een sportwet de kloof tussen rijk en arm zal verkleinen valt te betwijfelen’

Michiel van Nispen (SP) stelt dat een sportwet vooral een einde moet maken aan de vrijblijvendheid van gemeenten en provincies op het gebied van sportbeleid. Prima, maar gaan de kansarme groepen waarvoor hij opkomt daardoor meer sporten? Dat valt te betwijfelen. Laura Butselaar van het kenniscentrum Sport en Bewegen stelde recent dat het de overheid al tien jaar niet lukt om dit probleem op te lossen en dat dit de kloof tussen arm en rijk vergroot. Denken dat een sportwet dit oplost klinkt toch net iets te veel als: als deze mensen maar gaan sporten, dan worden ze vanzelf gezonder en welvarender. Voor een dergelijke gedachte bestaat een woord. U kent het vast wel: maakbaarheidsdenken. Het omgekeerde – geef ze bestaanszekerheid zodat ze de ruimte krijgen om gezonder te gaan leven – heeft waarschijnlijk meer kans van slagen.

Delen