Mag of moet meneer Jaspers dood?

ZonMw en NWO/Geesteswetenschappen – drie keer raden wat deze afkortingen betekenen – presenteerden eerder deze week de gezamenlijke Kennisagenda Ouderen en het zelfgekozen levenseinde. Mag ik hier direct ter geruststelling aan toevoegen dat het slechts om elf velletjes grijze tekst gaat; dat zijn er inderdaad niet zo veel maar het grote werk moet nog beginnen: binnenkort start een commissie van wijze mensen die zich in opdracht van de ministers van Volksgezondheid (Schippers) en Veiligheid en Justitie (Opstelten) gaat verdiepen in de problematiek van ouderen.

Kennisagenda-Ouderen-en-het-zelfgekozen-levenseinde

Download hier de Kennisagenda Ouderen en het zelfgekozen levenseinde.

Kort nadat meneer Jaspers te horen kreeg dat hij longkanker had, werd ik tijdens het telefonisch spreekuur gebeld door één van zijn kinderen met de vraag hoe ik tegenover euthanasie stond. Dat was een diplomatiek begin, want de vraag áchter deze vraag luidde: “Zou u als huisarts vader euthanasie willen aanbevelen want wij kunnen echt niet voor hem zorgen!” Zeker omdat ik degene aan de andere kant van de lijn niet kende viel mij dit rauw op het dak. Daarbij kwam dat ik deze alleenwonende weduwnaar die zo fascinerend over zijn wereldreizen kon vertellen heel graag mocht. Enige tijd later gaf meneer Jaspers echter vrij plots te kennen dat hij euthanasie wilde; eer ik het hem nadrukkelijk had gevraagd, vertelde hij dat het écht zijn eígen wens was.

Hoe zou de commissie van wijze dames en heren over deze casus denken? Ik heb als hulpverlener nooit de illusie gehad dat ik in de bol van een patiënt kan kijken en eigenlijk zou ik dat ook niet willen. Maar vrijwel zeker is dat bij álle vragen over het levenseinde – dus ook wanneer het gaat om een zelfgekozen levenseinde of euthanasie – de persoonlijke situatie inclusief sociale contacten de besluitvorming beïnvloedt. Hoe goed het contact tussen patiënt en hulpverlener ook is, op datgene wat zich écht in relaties tussen partners, c.q. ouders en kinderen afspeelt, krijg je volgens mij nauwelijks of geen vat.

De grote angst van ons allemaal is natuurlijk dat mensen gedwongen worden om voor de dood te kiezen. Een samenleving waarin het respect voor ouderen steeds minder wordt en waarin ouderen steeds vaker op zichzelf zijn aangewezen draagt bij aan een doodswens. Dan nog iets: hoe dierbaar mijn vrouw en kinderen mij ook zijn, ik weet dat ik hen niet langere tijd kan belasten met de zorg voor mij wanneer het noodlot toeslaat, en daar moet ik mij ook op voorbereiden. Het zal mij niet verbazen wanneer de commissie over een jaar rapporteert dat er meer mensen zijn die zo over het levenseinde denken. Maar wat dan nog? Respect voor ouderen is geen kwestie van een reclamecampagne. Je kunt ook niet zomaar van iedereen – zelfs niet van jouw eigen familie – verwachten dat men langere tijd voor jou zorgt.

De prachtige verhalen van meneer Jaspers hadden een keerzijde. Ook toen zijn kinderen klein waren, trok hij er vaak en lang alleen op uit. “Pa heeft zich nooit iets van ons aangetrokken, dus hij moet nu niet gaan verwachten dat wij ons om hem gaan bekommeren!” Harde taal! Moet ik dan als hulpverlener barmhartigheid en mildheid gaan preken? Ouderen kunnen tot in hun terminale stadium verdomd lastig zijn en niet ieder mens beschikt over een bodemloze put met liefde. Ik had moeite met het standpunt van de kinderen van meneer Jaspers maar in mijn hart kon ik wel enig begrip voor hen opbrengen. Ik ben benieuwd naar de visie van onze nieuwe commissie.

Nu wilt u natuurlijk weten hoe het met deze patiënt is afgelopen. Met enige aandrang liet hij zich overhalen om naar een verpleeghuis te gaan. Heel griezelig natuurlijk, want mag aandrang dán wel? Na een periode, waarin hij nog ‘redelijk gelukkig’ zou zijn geweest, is meneer Jaspers een natuurlijke dood gestorven. Afhankelijk van de vraag of bij zijn nadrukkelijke wens tot euthanasie sprake is geweest van wel of geen aandrang van zijn kinderen, had de man dus pech of geluk. Ook ZonMw en NWO/Geesteswetenschappen zullen er volgens mij nooit in slagen om de vinger te leggen op dit soort pijnlijke praktijksituaties.

Delen