Man en paard

De waarschuwing van bestuursvoorzitter Maurice van den Bosch van het OLVG – dat het een illusie is dat kleinschalige zorgorganisaties gegarandeerd in de lucht kunnen blijven – komt niet uit de lucht vallen. Anna van Poucke bijvoorbeeld (KPMG Plexus) stelde dit de afgelopen jaren al meerdere malen.

Interessant is nu de toevoeging die Van den Bosch erbij geeft, dat kleinere ziekenhuizen weliswaar kunnen blijven bestaan, maar dat het de vraag is of ze alles moeten blijven doen. Hij stelt dat we toe moeten naar zo’n dertig centra die de complexe acute zorg als speerpunt hebben. Met andere woorden: de andere ziekenhuizen dus niet.

Ook die discussie is niet nieuw. Alleen werd die altijd gekleurd door de stelling dat een ziekenhuis zonder acute zorg eigenlijk geen echt ziekenhuis meer is. Ziekenhuizen die de acute zorg dreigden te verliezen, wierpen dit in de strijd als argument waarom de acute zorg kwijtraken simpelweg niet kón. De patiënten zouden dan onvoldoende waarde hebben van wat overbleef.

Het is simpelweg te kostbaar om acute zorg in ieder ziekenhuis overeind te houden

Het is tijd om van die stelling nu maar eens afscheid te nemen, en daarom is het goed dat Van den Bosch op dit punt man en paard noemt. Het is simpelweg te kostbaar om die acute zorg in ieder ziekenhuis overeind te houden. Nog afgezien van de vraag of er bij een beperkt patiëntaanbod personeel voor te vinden is.

Dat dit betekent dat het steeds belangrijker wordt om werk te maken van samenwerking in regio’s en netwerken, is duidelijk. Patiënten die hoogcomplexe zorg nodig hebben, hebben immers ook vaak laagcomplexe problemen die moeten worden behandeld. Topklinische centra gebruiken dit als argument waarom ze geen afstand kunnen doen van de laagcomplexe zorg. Als ze goed samenwerken in regionale netwerken, bestaat hier echter zeker ruimte voor. Ook zij moeten dus keuzes maken in hun zorgaanbod.

Delen