Minderheden tellen niet

Firefox was de beste browser om sites op internet te bekijken. Op deze plek maakte ik reclame voor deze browser, omdat die goed rekening houdt met veiligheid en privacy. Die eigenschappen trokken een breed publiek. In 2010 gebruikte een derde van alle internetters Firefox. Nu is dat minder dan 4 procent. Die neergang voel ik als ik Firefox gebruikt. Ik behoor nu tot een kleine minderheid, waardoor steeds minder internetsites rekening met me houden. De makers van sites voeren alleen tests uit met de meest gebruikte browsers. Daar hoort Firefox niet meer bij. Firefox laat me daarom in de steek als ik online boodschappen bestel bij mijn supermarkt of in een fietsrouteplanner een uitstapje plan. De browser bevriest of het lukt me niet meer om in te loggen.

Als klein softwarebedrijf heeft Firefox moeite met het doorvoeren van verbeteringen. Voor de browsers van Google (Chrome), Microsoft (Edge) en Apple (Safari) zijn er genoeg software-ingenieurs. Met de browsers van de grote techbedrijven kun je daarom nu sneller een website oproepen. Ook zijn deze bedrijven agressiever met hun marketing. Als je een nieuwe computer of telefoon koopt, zijn de grote browsers al geïnstalleerd.

‘Afscheid van mijn geliefde browser’

De neergang van Firefox versterkt zichzelf. Minder marktaandeel betekent minder inkomsten en dat betekent nog minder software-ingenieurs om de browser up-to-date te houden. Firefox verliest daarom de strijd.

Ik ben nu overgestapt naar Brave (brave.com). Die browser heeft een miniem marktaandeel (0,05 procent), maar het is een gestripte versie van Google’s Chrome browser. Daardoor worden vrijwel alle sites snel en correct weergegeven. De makers van Brave hebben alles wat de privacy aantast eruit gesloopt en extra veiligheid toegevoegd. Brave bouwt daarmee voort op techniek die Google heeft ontwikkeld. Dat doen vrijwel alle concurrenten ook. Zelfs Microsoft gebruikt Googles techniek voor de Edge Browser. We bekijken straks allemaal het internet door de ogen van Google.

Delen