Mondhygiënist met tandartspraktijk

Mondhygiënisten nemen niet alleen taken van de tandarts over; er zijn er ook die een tandartspraktijk overnemen. Zoals Fré Uitenwerf. 

Tekst: Martijn Reinink | Beeld: De Beeldredaktie/Peter Strelitski

Sinds tien jaar heeft ze een mondhygiënistenpraktijk en daarnaast was Fré Uitenwerf werkzaam bij ACTA, op de afdeling parodontologie én als docent. Wás, want die werkzaamheden heeft ze laten vallen toen ze vorig jaar de tandartspraktijk overnam die in hetzelfde pand als haar praktijk in Amsterdam Nieuw-West is gevestigd. 

De praktijk stond al een tijdje te koop. Er was ook wel interesse, maar tot een verkoop kwam het niet. Daarop informeerde de tandarts/eigenaar, die zelf wel gewoon in de praktijk wilde blijven werken, of Uitenwerf wellicht interesse had. “Ze gunde het me en ze dacht dat ik het zou kunnen”, vertelt de mondhygiënist. “Het is niet zo dat ik er altijd van heb gedroomd, maar op de achtergrond had ik wel de ambitie.”

Uitenwerf besloot dan ook te onderzoeken of een overname haalbaar zou zijn. “De goodwill die ze vroeg, was fors. Bovendien waren de nodige dingen in de praktijk afgeschreven, dus ook dat zou een flinke investering vergen.” Uitenwerf nam een adviseur van VvAA in de arm om uit te laten rekenen of het gevraagde bedrag en met name de gevraagde goodwill redelijk waren. “Hij kwam ook tot de conclusie dat de goodwill hoog was in verhouding tot het aantal patiënten. Vervolgens heeft hij daar namens mij het gesprek over gevoerd met de verkopende partij. Want als je een persoonlijke band met iemand hebt, is dat toch lastig.” 

Pitchen voor lening

Na overeenstemming over de prijs, moest Uitenwerf de financiering nog rond zien te krijgen. “Toen ik tien jaar geleden mijn praktijk begon, heb ik niemand van de bank gesproken. Nu moest ik een pitch doen. Vanwege de goodwill, waar men twijfels over had, maar ook omdat ik mondhygiënist ben. Het is niet heel gebruikelijk dat mondhygiënisten een tandartspraktijk overnemen.”

Exacte cijfers heeft de beroepsvereniging niet, maar NVM-mondhygiënisten laat desgevraagd weten dat het wel ‘steeds vaker’ voorkomt. “De mogelijkheden doen zich ook vaker voor”, noemt Uitenwerf een verklaring. “Er gaan tandartsen met een praktijk met pensioen, terwijl de meeste tandartsen die nu van de opleiding komen, niet zo nodig een eigen praktijk hoeven. Die willen gewoon werken en naar huis.” 

‘Op de achtergrond had ik wel de ambitie ooit een praktijk over te nemen’

Dat geldt niet voor Uitenwerf. Nadat ze de lening binnen ‘pitchte’, werd de mondhygiënist vorig jaar maart eigenaar van Mondzorgcentrum Fré. Het bevalt haar goed, al kost het managen van een mondhygiënisten- én tandartspraktijk meer tijd dan verwacht. “Ik heb een office-assistent aangenomen, maar nog steeds kom ik tijd tekort. Ik sta nu zelf nog vier dagen in de week aan de stoel, maar ik moet echt naar twee dagen.” Dat betekent dat er waarschijnlijk op korte termijn ‘op zzp-basis’ een mondhygiënist bijkomt. 

In de toekomst wil Uitenwerf haar centrum graag verder uitbreiden, ook met andere specialisten, maar de eerste prioriteit is het uitbreiden van het patiëntenbestand. “In de buurt zijn voldoende potentiële patiënten, die we proberen te bereiken via social media en het lokale krantje.” En patiënten die zij zelf in de stoel heeft, maar die naar een andere tandartspraktijk gaan? Voorheen maakte dat voor haar niet uit, maar nu is de mondhygiënist erbij gebaat dat ze naar háár tandarts gaan. “Ik ben redelijk commercieel, maar nee, die patiënten ga ik niet benaderen, dat is not done.”

Delen