Mooi genoeg

Wat hebben tandartsen, mondhygiënisten, verloskundigen, fysiotherapeuten en huidtherapeuten met elkaar gemeen? Ze verlenen allemaal zorg en ze komen allemaal in aanmerking voor de financiële tegemoetkoming die we inmiddels kennen onder de naam TOGS-regeling. En ze hebben ook allemaal met elkaar gemeen dat ze zich in beide opzichten onderscheiden van cosmetisch artsen.

Dat deze laatste groep zwaar getroffen wordt door de coronacrisis behoeft geen betoog. Cosmetisch artsen verrichten een behandeling die vraagt om fysiek contact met de cliënt en dat is nu even niet aan de orde, omdat het een behandeling zonder noodzaak betreft. Maar betekent dit ook dat ze onredelijk zwaar getroffen worden, zoals ze zelf stellen in de brandbrief die ze verstuurden aan de ministeries van VWS en EZK? Dat is een stellingname die moeilijk hard te maken valt, en blijkbaar beseft hun belangenbehartiger de Nederlandse Vereniging Cosmetische Geneeskunde dit zelf ook. De brandbrief vermeldt immers wel dat haar leden in hoge nood verkeren, maar rept geen woord over waarom dit voor hun cliënten erg zou zijn.

Wie een cosmetische behandeling aanbiedt is ondernemer en loopt dus ondernemersrisico

De bovenstaande passage bevat bewust de woorden behandeling en cliënt in plaats van zorg en patiënt. Het onderscheid is duidelijk. Wie een cosmetische behandeling aanbiedt is een ondernemer en loopt dus ondernemersrisico. Ondernemers kunnen aanspraak maken op het pakket aan maatregelen  dat de overheid in deze crisisperiode biedt om hen te helpen het hoofd boven water te houden. Maar als dat niet lukt, ondervindt een patiënt daar geen schade van.

Delen