Naar de psychiater of dood

Gert-Jan wil dood. Hij beleeft zijn langdurig psychiatrisch lijden als ondraaglijk en uitzichtloos. Een deskundige medewerker van de Levenseindekliniek komt met de grootst mogelijke zorgvuldigheid tot de conclusie dat zijn verzoek om euthanasie reëel is. De SCEN-arts twijfelt echter aan de wilsbekwaamheid van Gert-Jan. Ook meent hij dat er nog behandelopties zijn. Daarom gaat deze niet mee in de visie van zijn collega. Gert-Jan maakt kort hierna een einde aan zijn leven door voor de trein te springen.

Op 28 september jongstleden verscheen de geactualiseerde richtlijn ‘Levensbeëindiging op verzoek bij patiënten met een psychische stoornis’. Nooit eerder kwam mij een richtlijn onder ogen die 856 pagina’s omvat. Alles wordt systematisch en tot in details behandeld: van de uitgangspunten, het verzoek tot levensbeëindiging, de bespreking, besluitvorming tot onderzoek, beoordeling, second opinion, overleg met andere hulpverleners, bespreking van het verzoek met familie en naasten, etc. etc., tot de nazorg voor nabestaanden na levensbeëindiging.

Nooit eerder kwam mij een richtlijn onder ogen die 856 pagina’s omvat

Bijna twee weken later organiseert de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) in samenwerking met de Levenseindekliniek een ‘inspirerend en informatief’ symposium met als titel Euthanasie als behandeloptie? Waarom? Ik citeer van de site: ‘De meningen over euthanasie bij psychisch lijden lopen binnen de beroepsgroep zeer uiteen. Vooral over de wilsbekwaamheid van de patiënt en over de vraag wanneer sprake is van uitzichtloos lijden wordt verschillend gedacht.’

Damiaan Denys, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) en KNMG-voorzitter René Héman reageren gepikeerd in de NRC met een opiniestuk onder de kop Voor niet-stervenden is euthanasie niet bedoeld: ‘Euthanasie mag nooit gezien worden als een gewone ‘behandeloptie’ voor psychiatrische patiënten.’ Het zou kunnen dat de titel niet door beide auteurs is bedacht, want deze lijkt tegenstrijdig met hetgeen in hun eigen artikel staat: ‘In sommige gevallen kunnen ook wij niet anders concluderen dan dat het lijden voor deze patiënt ondraaglijk en uitzichtloos is en er geen andere oplossingen mogelijk zijn.’ In 2017 deden artsen 83 keer melding van euthanasie vanwege lijden door een psychiatrische aandoening.

Euthanasie is geen recht van de patiënt en geen plicht voor de arts

Hetzelfde artikel verschijnt onder een andere kop – Euthanasie is buitengewoon handelen – nogmaals in Medisch Contact van 11 oktober jl. als ‘Federatienieuws’. Dat is merkwaardig want onder de publicatie staat: de auteurs ‘geven in het artikel een plaatsbepaling aan voor het publiek’. Voor de lezers van Medisch Contact bevat het nauwelijks nieuws: die weten allang dat euthanasie geen recht van de patiënt is en geen plicht voor de arts. Twee jaar geleden werd dit – ook als Federatienieuws – uitgedragen onder de titel KNMG: euthanasie is bijzonder medisch handelen. In de versie van Medisch Contact is een alinea geschrapt, wordt de tekst op enkele punten gewijzigd, en wordt er een zinnetje aan toegevoegd, waardoor het defensieve karakter wordt versterkt: ‘Hoewel behandeling soms onaantrekkelijker lijkt, moet dit toch vanzelfsprekender blijven.’

Het is jammer dat die twee pagina’s niet zijn gewijd aan vragen die altijd onderbelicht blijven: Hoe ga ik als arts om met mijn angst om euthanasie toe te passen? Waardoor wordt mijn denken over euthanasie (mede) bepaald? Welke maatschappelijke ontwikkelingen dragen bij aan de implementatie van euthanasie zoals deze uit cijfers naar voren komt, en is de vuistdikke richtlijn hierop het passende antwoord?

De impact van de wrede zelfmoord van Gert-Jan op zijn vader valt nauwelijks in woorden uit te drukken. Er lijkt geen gesprek met de SCEN-arts mogelijk; zijn verslag valt onder medische geheimhouding. De medewerker van de Levenseindekliniek schrijft de wanhopige vader: ‘De kunst is toch om hem los te laten, en de herinnering aan zijn leven een passende plaats te geven in je hart zodat je zelf toch zo goed mogelijk verder kunt.’

De in deze blog gebruikte (voor)naam is gefingeerd.

Delen