Najaar in Normandië

In de herfst, wanneer de Parijzenaren en de meeste toeristen weer naar huis zijn, keert de rust terug in Normandië. Dé tijd van het jaar om er te genieten van herfstkleuren, havenplaatsjes en streekspecialiteiten. 

Tekst: Guido Derksen | Beeld: Shutterstock

“Wij in Normandië makende beste kazen van Frankrijk. Pont-l’Évêque, Livarot, Neufchâtel, en Camembert natuurlijk. Héérlijk. Hoe sterker de geur, hoe lekkerder.” Bernard hangt met zijn grote Normandische neus boven de tafel met kaas. Hij snuift nog eens diep en bedenkt zich dan: “Van Frankrijk? Nee, van heel Europa!”

Enig chauvinisme is de Fransen en dus ook de Normandiërs niet vreemd, maar Bernard heeft een punt. De geur van de uitgestalde kazen doet het water in de mond lopen, ze smaken inderdaad voortreffelijk. De maaltijd die Bernard en zijn vrouw Isabelle in hun chambre d’hôte voor mij en de andere gasten bereiden, is sowieso om je vingers bij op te peuzelen. Zéker als het buiten nog warm genoeg is om op het terras te kunnen eten. Leven als God in Frankrijk, het gezegde komt niet zomaar uit de lucht vallen.

De chambre d’hôte van Bernard en Isabelle waar ik ben neergestreken, bevindt zich in het departement Calvados, in het hart van Basse-Normandie (‘Laag-Normandië’). In de omgeving struikel je in het glooiende coulisselandschap over oude plaatsjes met vakwerkhuizen en kleine boerenbedrijfjes. In de boomgaarden in de omgeving hangen de appels er blozend bij. Het plukken kan beginnen, want de zomer is bijna achter de rug en de herfst staat voor de deur. 

Het najaar is een uitstekende tijd om Normandië te bezoeken. De bossen kleuren prachtig geel, rood en roodbruin, en het is er deze tijd van het jaar een stuk rustiger dan in de zomer, als de Fransen hun grote steden verlaten om ‘dans la campagne’ te ontstressen. En de appels zijn dan rijp, niet onbelangrijk in een regio waarin niet de druif, maar de appel de belangrijkste vrucht is.

Van die appels maken de Normandiërs niet alleen heerlijke taarten maar vooral ook appelciders, die bijvoorbeeld goed smaken bij hun kazen. Van appelcider stoken ze ook calvados, een cognacachtige sterke drank. Van één jaar oude calvados en ingedikt appelsap wordt verder het wat lichtere aperitief pommeau gemaakt. Oftewel: de appel wordt volledig benut. Alleen de pitten, daar hebben ze nog niks voor bedacht. 

School van Honfleur

Basse-Normandie begint ten zuidwesten van Le Havre. Daar neem je de Pont de Normandie, een spectaculaire verkeersbrug die als een hoge kattenrug de monding van de Seine overspant, waarna je in de streek arriveert. Langs de zee ten westen van de Seine tot het schiereiland van Cherbourg ligt een hele reeks zandstranden, waaronder de stranden die in 1944 op D-Day werden bestormd.

De eerste kustplaatsen van betekenis zijn Honfleur, Trouville-sur-Mer en Deauville. De Parijse beau monde komt hier al sinds de 19e eeuw om van de zilte zeelucht te genieten en tóch in de buurt van de Seine te blijven. Het schilderachtige Honfleur was destijds ook geliefd bij kunstenaars. Een groep schilders vestigde er in de 19e eeuw een kunstenaarskolonie die de School van Honfleur wordt genoemd. 

“Klopt, kunstenaars kwamen én komen hier graag”, beaamt Danielle, eigenaresse van een galerie in het oude centrum. “Claude Monet bijvoorbeeld, die net als Courbet, Corot, Seurat, Signac, Dufy en Boudin, hier aan de haven heeft zitten schilderen. En ook een van jullie vroege impressionisten, Johan Jongkind. Een dichter als Charles Baudelaire was hier eveneens kind aan huis.”

Ik kan de artiesten geen ongelijk geven. De haven van Honfleur en de kasseienstraatjes met vakwerkhuizen eromheen zijn inderdaad een plaatje. Het is dat ik niet kan schilderen, anders had ik subiet een ezel met schildersdoek op de kade gezet.

De haven van Honfleur

Het is inmiddels alweer lunchtijd, dus de inwendige mens verzorgen dan maar. Dat moet geen probleem zijn, want Normandië heeft meer uitgelezen streekproducten in de aanbieding dan alleen kazen en ciders. De regio produceert de meeste oesters van Europa, en de meeste sint-jacobsschelpen, mosselen en wulken van Frankrijk. De keuze valt op een kleine oesterbar, niet ver van de haven. Er komen kakelverse schaal- en schelpdieren op tafel. Zonder opsmuk, stevig bruin brood en roomboter uit Isigny erbij, en de inwendige mens is méér dan tevreden.

Vanaf mijn overnachtingsadres maak ik nog wat daguitstapjes, onder meer naar de ‘Suisse Normande’, een mooi heuvelgebied met kloven en rotsen ten zuiden van Caen. Het valt me op dat er veel Engelsen in Basse-Normandie wonen. Als ik dat op de laatste avond aan Bernard voorleg, is zijn reactie: “Pfah! Natúúrlijk komen die hier. Heb je de Engelse keuken wel eens geprobeerd?”

Ik hou wijselijk mijn mond, anders is straks de Nederlandse keuken ook aan de beurt. “Allez”, vervolgt mijn gastheer. “Tijd voor een glas calvados. Een laatste avond in Normandië moet passend afgesloten worden. À votre santé!”

Met de auto rijdt u vanuit het midden van Nederland in ongeveer zes uur naar Basse-Normandie. U kunt via Antwerpen, Lille en Amiens richting Le Havre, of via Antwerpen, Brugge en Calais de route langs Het Kanaal nemen.

Meer zien? In Bayeux hangt het 11e-eeuwse tapijt waarop het verhaal van de Slag bij Hastings en de Normandische veroveringen in Engeland zijn afgebeeld. In en rond Arromanches-les-Bains herinneren pontons, caissons, monumenten en musea aan D-Day, 1944. Het majestueuze Mont Saint-Michel bevindt zich nog nét in Normandië, tegen de grens met Bretagne aan. Aan de oevers van de Seine in het oosten van Normandië ligt het dorpje Giverny, beroemd vanwege de schilderijen van Claude Monet. Op de site nl.normandie-tourisme.fr is in het Nederlands veel informatie over de regio te vinden.

Delen