Negatieve rente

Misschien heeft u door de jaren heen met werken, ondernemen, beleggen en vererving een aardig vermogen opgebouwd. Dat komt goed van pas bij de financiering van uw toekomst en die van uw (klein)kinderen. Studeren, eerder stoppen met of minder gaan werken, droomreizen maken of uw huis verfraaien; de rode draad is dat het veel geld kost en dat het grotendeels om geld gaat dat u later nodig heeft. 

Uw vermogen moet de tijd tussen nu en later overbruggen. Vanwege zwakke economische groei, vergrijzing en stimuleringsbeleid van de ECB kampen we echter met negatieve rentes van 0,5 procent of meer. De veiligste manieren om geld voor later te bewaren, kosten daarom tegenwoordig geld. Dat geldt voor staatsobligaties van sterke eurozonelanden en steeds vaker ook voor hogere banksaldi en deposito’s (let op de depositogarantiegrens). 

‘Trap niet in ‘gegarandeerde’ rendementen’

Maar het is niet alleen de negatieve rente die uw vermogen bedreigt. De koopkracht van een euro neemt elk jaar met 1-2 procent af en als u meer vermogen in box III heeft dan € 50.000,- (fiscale partners: het dubbele) betaalt u daar 0,6-1,8 procent vermogensrendementsheffing over. Met veilige staatsobligaties boven de vrijstelling, levert u jaarlijks al snel 2-4 procent aan koopkracht in. Geplande uitgaven waarvoor u het geld al heeft, kunt u daarom maar beter niet uitstellen.  

Indien u vermogen heeft voor bestemmingen die u niet kunt vervroegen, is het een dilemma hoe uw vermogen veilig dat latere moment bereikt. Als u volledige zekerheid nodig heeft, zult u ‘het nieuwe normaal’ van negatieve rentes en koopkrachtverlies moeten accepteren. Alleen als u beleggingsrisico kunt en wilt nemen, zijn er kansen om uw vermogen te laten toenemen. Maar dat kan alleen inclusief de kans dat uw vermogen juist daalt. Trap dus niet in voorstellen die u mooie ‘gegarandeerde’ rendementen voorspiegelen. Omdat het risicovrije rendement nu negatief is, zitten er bij dat soort voorstellen gegarandeerd addertjes onder het gras!

Delen