Niet doorspoelen

Als Amsterdammer gebruik ik dagelijks naar schatting twee keer zoveel cocaïne als mijn in Utrecht wonende zoon en dochter. Lees alsjeblieft ook even de rest van deze blog om geen verkeerde indruk te krijgen over mijn gezin.

De conclusie die ik in die eerste zin trek, kom ik tegen in een nieuwsbericht uit NRC van mei 2011. Of het cocaïnegehalte in ons drinkwater in de zes jaar sinds die vaststelling lager is geworden weet ik niet, maar ik heb zo mijn vermoedens.

In ieder geval maakt het bericht duidelijk hoe belangrijk én hoe betrekkelijk het voorstel is van D66 en ChristenUnie om maatregelen te nemen tegen de medicijnresten in ons drinkwater. Het is belangrijk omdat die medicijnresten de kwaliteit van ons drinkwater ernstig kunnen compromitteren. En het is betrekkelijk omdat er wel meer in ons drinkwater zit dat er niet in thuishoort, niet alleen die cocaïne, maar ook röntgencontrastmiddelen bijvoorbeeld.

‘Wat niet in het water komt, hoef je er ook niet uit te halen’

Dit neemt niet weg dat Tweede Kamerlid Matthijs Sienot (D66) gelijk heeft als hij zegt: “Medicijnresten uit het water halen? Ze horen er helemaal niet in. Wat niet in het water komt hoef je er ook niet uit te halen.” Ongebruikte medicijnen bij de apotheek inleveren is een beter idee dan ze door het toilet spoelen. Wel moet dan worden voorkomen dat de apotheker opdraait voor de afvoer en verwerking ervan. Dat is vast bij wetgeving te regelen. Lastiger te bereiken is gedragsverandering bij de thuisgebruikers van geneesmiddelen, die blijkbaar de weg naar de apotheek voor hun geneesmiddelrestanten nog onvoldoende weten te vinden. Daarvoor zijn wel al publiekscampagnes bedacht, zoals Ons Water, maar die sorteren dus onvoldoende effect. Met welke magic trick gaan D66 en ChristenUnie komen?

Delen