Niet leuker

De slogan van de Belastingdienst ‘Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker’ komt u vast bekend voor. Of die ook opgaat als we naar de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning kijken, is maar de vraag. Deze vrijstelling kwam onlangs nog in een gesprek met een van onze leden naar voren. Mevrouw gaf aan gebruik te willen maken van de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning, nu haar beide kinderen hun eerste woning gaan kopen en zijzelf het geld niet nodig heeft voor haar pensioen.

In het verleden heeft mevrouw met een beroep op de eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling (waaraan geen vaste bestemming is verbonden) haar oudste zoon het daarvoor geldende maximum van € 24.000,- geschonken. Nu zou je verwachten dat het verschil, tussen wat toen geschonken is en de schenkingsvrijstelling van € 100.000,- voor de eigen woning, alsnog belastingvrij kan worden geschonken. Maar zo simpel ligt dat niet. Belangrijk is namelijk in welk jaar mevrouw de schenking aan haar oudste zoon heeft gedaan. Het dan geldende overgangsrecht (waarin afspraken over de hoogte van de vrijstellingen zijn vastgelegd) bepaalt welke vrije ruimte er nog is. Mevrouw kan gezien het jaartal van de vorige schenking (2009) afgerond nog € 28.000,- belastingvrij schenken.

Je zou verwachten dat het verschil alsnog belastingvrij kan worden geschonken

De jongste zoon heeft niet eerder een schenking ontvangen. Voor hem kan mevrouw volledig gebruikmaken van de schenkingsvrijstelling eigen woning. Haar oudste zoon kan zij dus bijna de helft minder belastingvrij schenken dan haar jongste zoon. En dat is nu net niet haar bedoeling. Uiteraard zijn er nog mogelijkheden om dit verschil recht te trekken, zoals via de jaarlijkse schenkingsvrijstelling of via belaste schenkingen. Maar de slogan van de Belastingdienst dat ze het makkelijker kunnen maken, gaat hier zeker niet op. Ons advies is daarom goed bij te houden welk bedrag u wanneer schenkt. En laat u adviseren.

 

 

 

Delen