‘Niet wachten op Den Haag’

De mensen op de werkvloer hebben het zwaar. Dat is op dit moment Maurice van den Bosch’ grootste zorg. Al werkt de CEO van het OLVG liever aan oplossingen, dan dat hij zorgen deelt. Oplossingen die volgens hem búiten de muren van het ziekenhuis liggen.

Tekst: Martijn Reinink | Beeld: Nout Steenkamp

‘Ging niet goed? Wat? Oh, fúcking goed?’ In eerste instantie verstaat Maurice van den Bosch (47) zijn jongste zoon niet helemaal, maar als de boodschap doorkomt, straalt de voorzitter van de raad van bestuur van het OLVG. ‘Ik ben supertrots op je.’ Als hij heeft opgehangen, excuseert hij zich. Dit gesprek moest hij even aannemen, zijn zoon zit midden in een tentamenweek. Nu live op school, de brugklas heeft hij vorig schooljaar ‘Zoomend’ doorgebracht. “In zijn geval geen gigaramp, in het weekend gaf ik hem bijles, maar als ik lees dat er scholieren zijn die met rekenen een jaar achterstand hebben opgelopen, dan vraag ik me af: wat betekent dit voor de maatschappij? De toegenomen mentale druk, wat betekent dat? Dat is óók gezondheid.”

Al vanaf het begin van de coronacrisis kijkt Van den Bosch, van oorsprong interventieradioloog, verder dan wat er binnen de muren van zijn Amsterdamse stadziekenhuis gebeurt en dat uit hij ook, via social media. “Ik vind dat ziekenhuizen een verantwoordelijkheid hebben richting de patiënt, maar” – hij wijst naar buiten, waar het Oosterpark ligt – “óók richting de maatschappij. Ja, het is zwaar, onze mensen leveren een monsterprestatie, maar, en dat is een moeilijke boodschap, de samenleving moet ook door.”

Zo pleitte hij eerder voor meer vrijheden voor jongeren, uitte hij zijn twijfels over de avondklok en sprak hij zich recent uit tegen de mogelijke invoering van een coronatoegangsbewijs in het ziekenhuis. “Ik probeer altijd de wetenschappelijk lading te laten zien. Niet: dit is goed of slecht, maar: kijk dit is aangetoond. Tenzij iets indruist tegen fundamentele waarden, in het geval van de QR-code. Wij staan als ziekenhuis voor inclusiviteit en gelijkheid. Iedereen is hier welkom. Ik heb veel patiënten gedotterd, het merendeel daarvan had overgewicht en rookte. Dan ga je altijd in gesprek over het belang van afvallen en stoppen met roken. We hebben een adviesplicht, maar de patiënt heeft het recht om daar niets mee te doen. Hetzelfde geldt voor vaccineren: we adviseren om het te doen, geven uitleg, gaan zelfs de wijken in, maar het is niet aan ons om dat ultimo af te dwingen. Laat staan dat de toegang tot het ziekenhuis daarvan afhangt, of de inzetbaarheid van medewerkers. In landen waar ze nu handhaven op vaccinatiestatus komt personeel op straat te staan. Dat kunnen we ons helemaal niet veroorloven, we hebben al onze mensen keihard nodig.”

Blijven luisteren

Dat zijn social-mediaberichten ook door Maurice de Hond en Stichting Artsen Covid Collectief worden gebruikt in hun uitingen, vindt hij niet erg. “Zolang ze de boodschap niet verdraaien. Overigens ben ik het niet met alle standpunten van het Artsen Collectief eens, maar met een aantal wel. Dat deze artsen als ‘wappies’ worden bestempeld, gaat mij veel te ver. Ik zou willen zeggen: blijf naar elkaar luisteren, blijf naar andere meningen luisteren. De extreme polarisering die zich nu voltrekt, is een grote zorg die ik heb als mens. Men wordt uit elkaar gedreven, ook door de media en de politiek, terwijl een leider juist bij elkaar moet brengen, moet verbinden.”

‘De extreme polarisering die zich nu voltrekt, is een grote zorg voor mij’

Als leider van het OLVG is dat Van den Bosch’ uitgangspunt. “Dat begint met verbinding met jezelf: ik vind dat elke leider de verantwoordelijkheid heeft zichzelf zo goed mogelijk te kennen. Want als je onder de druk komt te staan, is het fundament waaruit je handelt je onderbewuste. Als je je daar bewuster van bent, weet je wat je echte drijfveren zijn. En daarnaast is verbinding met de mensen om je heen essentieel. Ik zet erg in op collectief leiderschap, collectief eigenaarschap. Mensen eigenaar maken van de oplossing. Verpleegkundigen betrekken bij technische innovaties: waar zitten voor hen de verbeterpunten? Medisch specialisten laten meedelen in de transformatie naar preventie en digitalisering: vanuit de inhoud willen zij daarin mee, maar als ze daardoor 5 procent minder patiënten zien, raakt hen dat wel in de portemonnee, dus denken ze mee over een duurzaam businessmodel, zonder productieprikkels. Nu de zorgverzekeraars nog. Want zolang zij betalen voor behandeling, krijgen we behandeling.”

Er werken in het OLVG ruim zesduizend mensen; hoe zorgt de CEO ervoor dat zij zich allemaal ‘eigenaar’ voelen? “Door te inspireren, te motiveren, te luisteren, open te staan voor feedback. Voor de crisis deed ik nog een dag in de week patiëntenzorg. Door corona is dat nu een halve dag geworden, en helaas is het nu meer kijken dan meewerken, maar ik wil voeling houden met de werkvloer. Bovendien beoordelen mensen je niet op wat je zegt, maar op wat je doet en wie je bent.” 

Van den Bosch – getrouwd, twee zoons, woonachtig in Utrecht – raakt op de middelbare school in de ban van biologie. Bijzondere stammen onderzoeken in het oerwoud, dat lijkt hem wel wat. Totdat hij tijdens een open dag op een snijzaal komt. “Als je toch het menselijk lichaam van binnenuit begrijpt, wów.” Hij wordt interventieradioloog, specialiseert zich in Utrecht en Amerika in innovatieve beeldgestuurde behandelingen van kanker, met een benoeming tot hoogleraar in het UMC Utrecht als gevolg. Later wordt hij er ook afdelingshoofd en komt hij in de divisieleiding. “Ik dacht dat ik oud zou worden in het UMC Utrecht.” Maar dan krijgt hij de vraag of hij wil overwegen bestuursvoorzitter te worden van fusieziekenhuis OLVG. “Dat was wel een fundamentele keuze. Besturen is een vak. Niet iets wat je erbij doet.”

‘Besturen is een vak. Niet iets wat je erbij doet’

Voordat hij ja zegt, gaat Van den Bosch eerst incognito – “Ik kende hier al best veel mensen” – door de beide ziekenhuizen wandelen, in wachtkamers zitten. Wat hem opvalt, is het grote verschil tussen Amsterdam-Oost en -West. “Het eerste wat ik in West zag, was een forse mevrouw buiten bij de ingang, met een rollator, een fles cola en een sigaret, om half 8 ’s ochtends. Het verschil in levensverwachting tussen Nieuw-West en sommige andere delen van de stad is zeven jaar. Ik dacht: hoeveel winst zou er zitten als we tot een betere invulling van gezond gedrag kunnen komen? Een groot contrast met wat ik tot dan toe had gedaan: met supergespecialiseerde technieken kon ik soms nog drie maanden aan iemands leven toevoegen.”

Wat hem over de streep trekt, zijn de medewerkers. “De patiëntenzorg gaat hier voor alles. Waar ik in de ziekenhuis- en onderzoekswereld gewend was dat ieder ook zijn eigen belang verdedigde, ervaar ik hier gelijkgerichtheid over de hele linie. Zorg recht vanuit het hart, dat zit in het DNA van OVLG.” 

Dat ‘voelt’ hij elke dag, zeker nu. “Tijd om op adem te komen, is er bijna niet. Teams worden kleiner door uitval, maar iedereen voelt de intrinsieke verantwoordelijkheid om alle zorg te blijven leveren, hoe zwaar het ook is. En ze hebben het zwaar. Mensen zijn moe, zijn bang, zijn ziek geweest of hebben zieke familieleden.

Dat is de grootste zorg die ik momenteel heb: mijn eigen mensen.” Al wil hij daar ook weer niet te veel de nadruk op leggen. “Het is niet mijn taak om zorgen te delen, maar om voor oplossingen te zorgen. Oplossingen waar patiënten en medewerkers nu iets aan hebben én oplossingen richting de toekomst. We moeten deze crisis gebruiken om te versnellen en door te pakken op de strategische koers die we hebben uitgezet.” Waar die koers naartoe leidt? “Een ziekenhuis zonder muren. Natuurlijk blijven we patiënten behandelen, maar we moeten ook kijken wat we buiten kunnen doen en kunnen bijdragen.” 

Om de huidige en nabije situatie in de zorg te schetsen, maakt Van den Bosch van zijn handen een krokodillenbek die opengaat. De bovenkaak staat voor de stijgende zorgvraag. De onderkaak voor de capaciteit. “We hebben altijd gestuurd op kwaliteit en betaalbaarheid, maar de komende jaren zullen we moeten sturen op toegankelijkheid op basis van beschikbare capaciteit. Grote uitdaging is: hoe houden we de zorg solidair toegankelijk? Er gaan niet veel meer mensen in de zorg werken, dus we moeten vooral die bovenkaak naar beneden zien te krijgen. Dat kan maar op één manier: mensen uit het ziekenhuis houden. Door in te zetten op preventie en digitale transformatie. Ik weet dat dat geen populaire stellingname is, maar ik ben ervan overtuigd dat het de enige weg is. De zorg moet radicaal veranderen.” Waarmee hij niet op systeemwijziging doelt. “Dan zitten we weer tien jaar te vergaderen, die tijd is er niet, we moeten binnen het systeem naar oplossingen zoeken.” 

Masterplan

Van den Bosch pleit voor een masterplan van tien jaar. “Met weer een regeerakkoord van vier jaar bereiken we niks. Het eerste jaar wordt gebruikt om in positie te komen. Het laatste jaar om afscheid te nemen, dus effectief heb je maar twee jaar, dat is veel te kort om iets te veranderen. We moeten zorgprofessionals empoweren: minder bureaucratie, meer talentontwikkeling, meer leiderschap, meer eigenaarschap. En dan niet alleen benoemen dat we dat belangrijk vinden, maar er ook écht naar handelen. Dat vraagt een lange adem én meer geld. Voor digitale transformatie wordt nu een paar honderd miljoen vrijgemaakt, uitgesmeerd over 86 ziekenhuizen, in vier jaar tijd, dat is een miljoen per ziekenhuis per pilot. Dat gaat niet werken. Laten we alles wat we nu investeren in testlocaties en controlemechanismen alsjeblieft naar deze cruciale thema’s brengen.”

‘We moeten zelf de regie pakken. Dat begint met de ramen openzetten’

Al hoeven ziekenhuizen en professionals in zijn ogen ‘niet te wachten op Den Haag’. “We moeten zelf de regie pakken. Dat begint met de ramen openzetten.” Weer gaat zijn vinger richting het Oosterpark. “Daar moeten we naartoe. Dáár liggen de oplossingen voor digitale transformatie; in de VS lopen ze mijlenver op ons voor, maar ook op het gebied van preventie. Nederland is te kleindenkend en te gefragmenteerd. Ik sprak mensen van een Zweeds energiebedrijf die nadenken over wat zij kunnen doen om mensen gezond te houden. Iemand van een supermarktketen die al inzet op gezonde voeding en dat wil koppelen aan adviezen voor gezond gedrag. Maar ook de eerste lijn, VVT-partijen, de gemeente en sportclubs kunnen op dit vlak een enorme impact hebben. Veel meer dan ziekenhuizen; wij kunnen helpen, input geven, onze ervaring en kennis delen.”

Onderling zouden ziekenhuizen in zijn ogen ook veel meer moeten delen. “Dat vinden we moeilijk in Nederland. We hebben een sterke neiging tot navelstaren. Zijn erg naar binnen gericht. Als een project ergens anders succesvol is, dan neem je dat toch over? Maar nee, notinvented-heresyndroom: ik denk dat het nog beter kan. Dat is specialist eigen, weet ik alles van. Maar als we willen transformeren, moeten we naar generalisme. Eerst genoegen nemen met iets minder, opschalen en dan gaandeweg vanuit het lerende systeem verbeteren.”

Curriculum vitae

Maurice van den Bosch (1974) geboren in Nijmegen

  • 1992-1997 biomedische wetenschappen, Radboud Universiteit, Nijmegen
  • 1994-1999 geneeskunde, Radboud Universiteit, Nijmegen
  • 1997-2001 PhD, epidemiologie, Universiteit Utrecht
  • 2002-2006 opleiding tot radioloog, UMC Utrecht
  • 2006-2008 fellowship interventieradiologie, Stanford University Medical Center, Verenigde Staten
  • 2009-2017 interventieradioloog, UMC Utrecht
  • 2012-2017 hoogleraar, afdelingshoofd radiologie, medisch manager divisie Beeld, UMC Utrecht
  • 2017-heden voorzitter raad van bestuur, OLVG, Amsterdam 
  • 2020-heden voorzitter Santeon: samenwerkingsverband tussen zeven topklinische ziekenhuizen

Delen