Nieuwe regels

Laatst had ik een afspraak met een jong stel dat dit jaar wil trouwen. Zij vroegen zich af of ze ook nog naar de notaris moesten om iets te regelen. Een terechte vraag, die zeker in het licht van de op 1 januari 2018 ingegane wijziging van het begrip huwelijksgemeenschap belangrijk is.

Vanaf 1 januari trouwt iedereen in Nederland automatisch in beperkte gemeenschap van goederen, tenzij bij de notaris daarvan wordt afgeweken. Zo’n beperkte gemeenschap houdt in dat er drie vermogens zijn: de privévermogens van ieder vóór het huwelijk en het gezamenlijke huwelijksvermogen. Wie op het punt staat te trouwen, denkt nog niet aan scheiden, maar dit is wel iets om rekening mee te houden.

Wie nu trouwt, kan maar beter goed bijhouden wat van wie is

Om problemen zoals langdurige rechtszaken bij echtscheiding in de toekomst te voorkomen, kunt u beter nu goed bijhouden wat van wie is. Zolang u niks met uw privévermogen doet, is er niets aan de hand. Maar wat nu als een van beiden op de gezamenlijke hypotheek met zijn eigen geld gaat aflossen? Degene die aflost, heeft dan bij een scheiding recht op het bedrag dat hiervoor gebruikt is. Dat klinkt logisch, maar let op: hij of zij deelt ook mee in de waardeverandering van het gezamenlijke huis. Stel: de woning heeft een waarde van € 500.000,-. De gezamenlijke hypotheek bedraagt € 400.000,-. Nu lost een van beiden € 100.000,- af uit zijn of haar privévermogen. Als het huis wordt verkocht en in waarde is gestegen naar € 600.000,-, krijgt degene die heeft afgelost een vordering van
€ 120.000,- op de gemeenschap. De woning is namelijk met 20 procent in waarde gestegen, dus de vordering ook. De opbrengst na aflossing van de vordering en de hypotheek bedraagt € 180.000,- en wordt vervolgens over beiden verdeeld. Wilt u dat voor zijn, dan zult u bij de notaris huwelijkse voorwaarden moeten laten opstellen.

 

 

 

e

Delen