Nieuwjaarsvraag

Een medebewoner van mijn straat is overleden. Schrik niet: al een paar maanden geleden, maar ik hoorde het pas gisteren. Onze straat telt nog geen twintig huizen en de meeste bewoners wonen er al tien jaar of langer. En dan moet je weten, hóe wij het hoorden. Op een receptie! Ik háát recepties. Maar goed, voor die ene keer besloten we te gaan. Volgens mij waren er rond de veertig mensen. Wij kenden er maar een paar. Vooral van gezicht. Mensen uit de buurt. Toevallig ook een stel uit de straat. Daarmee raakte vrouwlief aan de praat. Tja, waarover spreek je dan. Wist je dat ….. is overleden?

Nee, ik woon niet in hartje Amsterdam, een buurt waar flats elkaar verdringen of in een anonieme vinexwijk, maar in een piepklein dorpje met ruim duizend inwoners. Twee straten verderop slingert zich een landweg door de weilanden. Daar wordt de dood nog aangezegd. Wanneer iemand overlijdt, gaat één van de bewoners de andere mensen in de straat hiervan in kennis stellen. Keurig in pak. Een oeroude traditie die met verve in ere wordt gehouden. Ook wanneer er van buiten nieuwe mensen in de straat komen wonen.

Als een besmettelijke ziekte rukt anonimiteit op

Kenden jullie hem? Ja, van zien. Maar dat kan ook niet anders wanneer je zolang in dezelfde straat woont. Maar wat heet kennen? We hebben elkaar nooit gesproken. Of misschien één keer. We groetten elkaar maar dat zegt niets. Ik groet iedereen in de buurt. Ook onbekenden. Wat wisten wij van de man? Ja, hij was arts of is arts geweest. Mensen denken weleens dat artsen die vlakbij elkaar wonen elkaar beter zullen kennen. Ik herinner mij eerder dit jaar een ambulance in de straat te hebben gezien. Was dat misschien voor hem?

Als een besmettelijke ziekte rukt anonimiteit op. Iedereen beaamt het en de meesten aanvaarden het gelaten. Zo gaat het nu eenmaal in onze samenleving. Mag ik je een vraag stellen: wat is hier gaande? Ik ben bang voor de toekomst? Ooit kende ik de namen van alle straatbewoners. Nu niet meer. Ik wil weten welke duistere krachten hierachter schuilgaan. Want wanneer je in zo’n piepklein straatje in een piepklein dorpje kunt doodgaan zonder dat andere straatbewoners hiervan weet hebben, is het goed mis. Wanneer we niet naar de receptie waren gegaan, hadden we überhaupt van niets geweten.

Ik schaam mij. Wat moet ik schrijven aan zijn vrouw en kinderen? ‘Lieve mensen, ik leef met jullie mee….’ Nee, dat kan echt niet. Dan maak je jezelf belachelijk. Dan gewoon maar de waarheid opbiechten: ‘Op de receptie van…. hoorden we dat…. is overleden.’ Moet ik mijn excuses aanbieden? Niets van je laten horen is nog erger. Ik voel mij ongelukkig. Een blijk van medeleven kan nooit kwaad. Onze achtertuinen worden begrensd door een rij bomen, waarvan de wortels in elkaar gestrengeld zitten. Bizar idee: de bomen hier hebben meer contact met elkaar dan de straatbewoners.

PS

Het valt mij op dat de bewoners van mijn straat de hagen aan de voorzijde steeds hoger laten groeien.

Delen