Nog één keer Obamacare

Als ik goed heb geteld, is dit de 279ste blog die ik de afgelopen bijna zes jaar voor Arts en Auto schreef. Het is ook de allerlaatste, en ik gebruik die gelegenheid om nog één keer iets te zeggen over een onderwerp waar ik al die tijd met regelmaat over heb bericht: de Patient Protection and Affordable Care Act (ACA) van 2010, beter bekend als Obamacare.

Ik vind dit een belangrijk onderwerp, niet alleen omdat ik sowieso graag volg wat er in de Verenigde Staten gebeurt, maar ook omdat de lotgevallen van Obamacare een indirect maar interessant licht werpen op ons eigen zorgstelsel.

Ook ons Nederlandse systeem van zorgverzekeren was de afgelopen jaren inzet van controverse. Vooral (linkse) voorstanders van een ‘Nationaal ZorgFonds’, die vinden dat ons stelsel van geen kant deugt, hebben hun best gedaan om met dit issue politieke winst te boeken. Maar bij de Tweede Kamerverkiezingen van vorig jaar mei is gebleken dat dit niet lukt, wat ook niet hoeft te verbazen. Je kunt wel steeds blijven róepen dat wij hier in Nederland een waardeloze gezondheidszorg hebben, en dat dit de schuld is van de zorgverzekeraars, maar zo lang de feitelijke werkelijkheid juist het tegendeel laat zien, is dit een mission impossible.

Dat wij in Nederland een goed functionerend zorgstelsel hebben, is ook de architecten van Obamacare niet ontgaan

Dat wij hier in Nederland een goed functionerend stelsel van curatieve zorg hebben, is ook de architecten van Obamacare niet ontgaan. Een aantal kernpunten van de Affordable Care Act lijkt rechtstreeks aan onze eigen Zorgverzekeringswet ontleend. Zoals: een uitvoerende hoofdrol voor private verzekeraars, maar wél binnen een strak kader van randvoorwaarden die moeten garanderen dat goede zorg voor iedereen betaalbaar en toegankelijk is. Dus: een verzekeringsplicht voor iedereen; een acceptatieplicht voor verzekeraars; een verbod op premiedifferentiatie op grond van iemands gezondheidstoestand; een wettelijke vastgelegde basispolis die voorziet in de kosten van noodzakelijke zorg; en subsidies en toeslagen die ervoor zorgen dat die basispolis ook betaalbaar is voor mensen met een laag inkomen en weinig of geen vermogen.

Ook Obamacare is politiek steeds hard en fel bestreden, maar in dit geval juist door krachten van rechts. Om in de Verenigde Staten een controversiële wet in te voeren, te wijzigen of af te schaffen, heb je tegelijk drie dingen nodig: een meerderheid in het Huis van Afgevaardigden, een meerderheid in de Senaat, en een partijgenoot in het Witte Huis. De Democraten van Barack Obama hadden deze machtspositie in de periode van 2008 tot 2010, en konden hierdoor de Affordable Care Act doordrukken. Het standpunt van de Republikeinen was van meet af aan dat die ACA weer moest worden afgeschaft. Maar dit werd pas een reële optie na de presidents- en Congresverkiezingen van november 2016. Dus met de verkiezing van Donald Trump én van Republikeinse meerderheden in zowel Huis van Afgevaardigden als Senaat.

De Republikeinen  hebben één doelstelling die alle hun overige punten overheerst: een radicale belastingverlaging voor de aller-aller-rijksten

Over hoe het sindsdien is gegaan, heb ik hier geschreven in een opeenvolging van blogs naar aanleiding van het steeds bijna afschaffen van Obamacare – en het op de valreep toch weer mislukken hiervan. De politieke calculatie hierbij was steeds simpel en onveranderlijk. De Republikeinse machthebbers van nu hebben één doelstelling die al hun overige programmapunten overheerst: een radicale belastingverlaging voor de aller-aller-rijksten. Om die te kunnen financieren, is de Affordable Care Act een vanzelfsprekend doelwit, want de forse belastingen en subsidies die onderdeel zijn van Obamacare, hebben juist het omgekeerde effect: een inkomensoverheveling van rijk naar arm.

Dat Obamacare nog steeds niet gesloopt is, kwam doordat steeds nét genoeg Republikeinen in de Senaat het op het laatste moment politiek niet aandurfden om zó openlijk partij te kiezen tegen minder bedeelde burgers en kiezers. Maar dit betekent niet dat de strijd tegen Obamacare niet wordt voortgezet. Dat gebeurt wel degelijk, deels via minder zichtbare wegen.

Sinds ik de laatste keer over de ACA schreef, is die wet zelf op één punt aangepast. Als onderdeel van de grote belastingverlagingswet die afgelopen december door het Congres is aangenomen en door president Trump gesigneerd, is de individual mandate afgeschaft, ofwel de individuele zorgverzekeringsplicht voor alle burgers. De achterliggende bedoeling en hoop is dat vanaf nu ‘goede risico’s’, vooral jonge en gezonde mensen, zichzelf simpelweg niet langer meer zullen verzekeren. En dat Obamacare dan vanzelf implodeert, door een vicieuze cirkel waarin een steeds hoger aandeel ‘slechte risico’s’ leidt tot almaar hogere zorgpremies.

Voor het overige is de ACA zelf nog steeds intact, en blijft Obamacare opvallend populair bij veel burgers en verzekerden. Maar intussen wordt de wet verder ondergraven door nieuwe, parallelle maatregelen, zoals verruiming van de toelaatbaarheid van goedkope ‘baggerpolissen’ met een magere inhoudelijke dekking en torenhoge eigen risico’s en bijdragen. Allemaal met als doel om de maatschappelijke solidariteit te vernietigen die de essentie vormt van elk fatsoenlijk zorgstelsel, inclusief dat van ons in Nederland. Dus solidariteit tussen arm en rijk, maar ook tussen oud en jong en tussen ziek en gezond.

Hoe dit verder gaat, speciaal ook na de Congresverkiezingen van komende november, blijf ik met onverminderde aandacht volgen, maar is vanaf nu niet langer in mijn blogs hier lezen. Maar zes jaren is een mooie tijd, en ik ben de (hoofd)redactie van Arts en Auto veel dank verschuldigd voor de ruimte en vrijheid die ik hier steeds heb gehad.

Lees meer van  Flip Vuijsje over de strijd om het Amerikaanse zorgstelsel  in het dossier Obamacare

 

Delen