Nog geen meter

Terwijl de discussie over de anderhalve meter welig tiert, wil ik het hebben over het feit dat we als Nederlanders nog geen meter opgeschoten zijn met het opwaarderen van de waardering voor verpleegkundigen. Tijdens de COVID-19 crisis werd voor iedereen duidelijk wat de essentiële beroepen zijn en op wie het werkelijk aankwam.

Ook ik kijk er met gemengde gevoelens op terug, maar het gevoel van saamhorigheid en het feit dat tijdens deze crisis bij zoveel mensen het beste bovenkwam was een plezier om mee te maken. We hebben hard gewerkt onder grote druk en het was werken, eten en slapen. Meer niet.

Na deze eerste crisis ging mijn werk gewoon door, extra makkelijk gemaakt door het feit dat mijn vakantie was geannuleerd en we hard aan de slag moesten om op verzoek van de minister een plan voor opschaling van de intensive care capaciteit te schrijven. En een vergelijkbaar verzoek kwam van de Europese Unie, dus genoeg te doen, naast het gewone en achterstallige werk.

‘…en het was werken, eten en slapen. Meer niet’

Maar papier is geduldig en uiteindelijk komt het aan op wat er praktisch gebeurt. De plannen voor opschaling en dus ook voor de actie tijdens de 2de COVID-19 golf zijn niets waard wanneer de professionals die het moeten uitvoeren er niet zijn of niet meer zijn. Mij bekruipt het gevoel dat de ‘sense of urgency’ verdwenen is. Niet alleen gaan de mensen op straat steeds lakser om met de regels om verspreiding van het virus te beperken, bestuurders en verantwoordelijke politici vallen weer terug in oude patronen.

Het onderwerp van opwaardering van met name de verpleegkundigen is wel op de agenda gekomen, maar bijvoorbeeld een commissie van de NFU heeft aangekondigd in november 2020 het rapport klaar te hebben over IC-verpleegkundigen. November? Ja november.

Een eerste interview met de scheidend voorzitter van de NFU gaf wel enige hoop, maar het tempo is veel te laag en de NFU neemt inmiddels al een voorschot op de verwachting dat het allemaal niet zal lukken. En ik zag niets voorbijkomen over het nu zelf met extra man en macht aanpakken van de bureaucratie en overtollige overhead. Over waarom dat maar niet lukt schreef ik al eens.

‘Maar het is een vicieuze cirkel, mensen gaan weg, kiezen voor andere banen’

Ondertussen laten de mensen met de essentiële beroepen met hun voeten weten hoe ze erover denken. In Nijmegen gaat ruim 10 procent van de IC-verpleegkundigen weg kopte de Gelderlander en als je het goed leest gaat het om bijna 18 procent, heel ruim 10 procent dus. We hebben het over een prachtige en goed georganiseerde intensive care met een grote variatie aan patiënten met diverse ziektebeelden. Daar moet het toch aantrekkelijk zijn om te werken zou je zeggen. Maar het is een vicieuze cirkel, mensen gaan weg, kiezen voor andere banen.

Ze gaan weg om een aantal redenen. Vooral voelen ze zich ondergewaardeerd. De werkbelasting voor de overgeblevenen wordt zo alleen maar groter. De menselijke maat verdwijnt, er is geen oog meer voor het feit dat mensen ook graag met bekende collegae in een team werken want de indeling van personeel moet ‘efficiënt’.

Maar mensen zijn geen pakketjes die je gewoon even ergens alloceert, vandaag hier en morgen daar, zeker niet bij beroepen waar de menselijke maat zo enorm van belang is. En een ‘dienstenindeler officer’ achter een computer begrijpt het probleem waarschijnlijk niet eens. Nu moet je altijd enige reserve hebben met krantenberichten, maar de reactie die volgens de krant gegeven wordt door de raad van bestuur is ongepast laconiek bagatelliserend. Maar het geeft precies weer wat ik bedoel met het gebrek aan sense of urgency.

Ook ik merk in de vele gesprekken die ik heb dat de verpleegkundigen nog steeds moe zijn, niet optimaal fit. Het was óók heel zwaar voor diegenen die vanuit andere afdelingen kwamen om op onze IC te werken. Beelden van de kritiek zieke patiënten, patiënten die overlijden, zeer emotionele gesprekken vaak via de iPAD met de familie komen weer boven, ondanks het feit dat we uitgebreide psychologische ondersteuning hebben ingezet en blijven inzetten. Maar het steekt ook enorm dat de gepaste waardering uitblijft, terwijl we al wel de extra scholing en andere voorbereidingen voor de volgende golf in gang zetten.

Snapt nou niemand dat we dit gewoon even snel moeten regelen? Bestuurders met MBA-opleiding houden toch zo van Engelstalige uitdrukkingen? Hier is een toepasselijke: Penny wise, pound foolish.

Ik maak mij werkelijk zorgen over de (mogelijk) aanstaande 2de COVID-19 golf of welke andere ramp dan ook. Er is dan vooral heel veel goodwill, flexibiliteit en inzet nodig van verpleegkundigen, artsen en ‘ondersteuners’ zoals we dat zagen in maart en april. Waar blijven de politieke en bestuurlijke inspanningen om parttime werkende verpleegkundigen te verleiden full time te werken. Waarom is de waardering voor mensen die er feitelijk zijn om de professionals van het primaire proces hun werk te kunnen laten doen zoveel groter dan die van de primair proces professional?

‘De positieve signalen van waardering en herwaardering moeten nú komen’

De CAO lijkt helemaal niet geschreven op de professionals van het primaire proces: schaal 10-11-12 voor middelbare school aangevuld met MBA-opleiding en schaal 7-8-9 voor verpleegkundigen. Ik proef niet alleen dat collegae nog wat moe zijn en dat collegae vertrekken, maar ook dat de motivatie en opofferingsbereidheid belangrijk is afgenomen.

De positieve signalen van waardering en herwaardering moeten nú komen. Dat vereist ongewoon snel schakelen, zoals dat in ons vak intensive care geneeskunde heel gewoon is. We moeten ook hier naar een nieuw normaal: professionals van het primaire proces en vooral de verpleegkundigen juist (= comme il faut)  waarderen en niet (indirect) bashen met o.a. onderwaardering. Anders wordt het eens maar nooit weer.

Delen