(On)balans

Een goed begin is het halve werk, luidt het spreekwoord. Maar voor te veel huisartsen en medisch specialisten strandt het goede begin helaas al veel te snel. De huisartsen worden met praktijkmanagement als keuzevak in het derde jaar onvoldoende voorbereid op hun toekomst. En jonge medisch specialisten komen nauwelijks aan een baan. Als dit al lukt, haken ze vaak af door de hoge werkdruk en de achterhaalde ziekenhuiscultuur.

De problematiek waarmee de jonge huisartsen te kampen hebben is niet (helemaal) identiek aan die van de jonge medisch specialisten, maar er is wel een belangrijk punt van overeenkomst. Voor beiden is er meer in het leven dan het werk alleen. In het geval van de huisartsen leidt dit ertoe dat ze vaak liever freelancen als waarnemer dan praktijkhouder worden. Bij de medisch specialisten is het gevolg dat ze afhaken en iets anders gaan doen. Niet onbegrijpelijk als je in antwoord op de geuite wens liever drie dagen per week te willen gaan werken te horen krijgt “Nou Victor, dat is een droom”. Door het onvermogen van de zorg om mee te bewegen met veranderende opvattingen over werk spatten dromen uiteen.

‘Voor jonge huisartsen en specialisten is er meer in het leven dan het werk alleen’

Ooit was dokter zijn ‘geen baan maar een bestaan’. Voor veel van de jonge dokters van nu is het wel een baan. En wie daaruit de conclusie trekt dat zij niet bevlogen zijn voor hun werk, begrijpt de tijdgeest niet. Dat begint de zorg nu aardig op te breken. Het is hoog tijd voor een nieuwe balans, en in het zoeken daarnaar doet de stem van de jonge garde er meer toe dan ooit. Want als die balans er nu niet snel komt, gaat veel moois verloren.

Delen