Ondergeschoven kindje

“Het moet niet uitmaken of je in Zwolle, Heerlen of Den Helder woont.” Een waarschuwing van André Rouvoet, voorzitter van GGD GHOR Nederland. Nu maakt het namelijk wél uit, want het feit dat de ggd’s hun geld van de gemeenten krijgen, betekent dat in de ene gemeente meer ruimte bestaat voor publieke gezondheid dan in de andere. Dan telt dus de postcode, en net zoals postcodegeneeskunde onwenselijk is, is invloed van de postcode op de publieke gezondheid dat ook.

Het gevolg, stelt Rouvoet, is dat regionale verschillen bestaan in de zaken waarin ggd’s investeren. Infectieziektebestrijding bijvoorbeeld. Niet heel slim, hebben we de afgelopen veertien maanden gemerkt, want infectieziekten houden zich niet aan ggd-regio’s. Maar Rouvoet noemt ook de jeugdgezondheidszorg. “Daar investeren we als Nederland nu heel weinig in, wat tot extra druk op de jeugdzorg leidt”, zegt hij. Met andere woorden: het is slim om zodanig te investeren dat wordt voorkómen dat kinderen in de jeugdzorg terecht komen.

‘Invloed van de postcode op de publieke gezondheid is onwenselijk’

Rouvoet is hiermee bepaald niet de eerste – en ook niet de minste – die stelt dat we anders moeten gaan kijken naar zorg en gezondheid. Met in het achterhoofd het gegeven dat hij eerder minister voor jeugd en gezin was (in Balkenende IV), is het niet vreemd dat hij dit onderwerp nu expliciet vertaalt naar de jeugd. Maar het is ook heel waardevol dat hij dit doet. Vaak horen we dat er meer geld moet naar de jeugdzorg. Natuurlijk moet voldoende geld beschikbaar zijn voor deze zorg. Maar meer geld betekent ook meer ruimte, en ervaring leert dat dergelijke ruimte zich dan ook vult. ‘Voorkomen is beter dan genezen’ is niet voor niets een cliché.

Delen