Ondermijning succesfactoren Nederlandse zorg
Nederland is het enige land dat consequent in de top drie scoort in de Euro Health Consumer Index (EHCI) sinds de eerste uitgave in 2005. Deze index vergelijkt de prestaties van de gezondheidszorg van 35 Europese landen. In 2013 meldde de EHCI dat ook de wachttijden, eerder een zwakpunt, inmiddels verbeterd waren.
‘So what are the Dutch doing so right?’, vroegen de onderzoekers zich af. Zij kwamen daarbij op de volgende kenmerken en vermoedelijk dé succesfactoren voor een goed werkende gezondheidszorg. Ik citeer:
“The NL is characterized by a multitude of health insurance providers acting in competition, and being separate from caregivers/hospitals. Also, the NL probably has the best and most structured arrangement for patient organisation participation in healthcare decision and policymaking in Europe.
Also, the Dutch healthcare system has addressed one of its few traditional weak spots – Accessibility – by setting up 160 primary care centres which have open surgeries 24 hours a day, 7 days a week. Given the small size of the country, this should put an open clinic within easy reach for anybody.
Here comes the speculation: one important net effect of the NL healthcare system structure would be that healthcare operative decisions are taken, to an unusually high degree, by medical professionals with patient co-participation. Financing agencies and healthcare amateurs such as politicians and bureaucrats seem farther removed from operative healthcare decisions in the NL than in almost any other European country. This could in itself be a major reason behind the NL landslide victory in the EHCI 2013.”
‘Met de invoer van de Zvw hebben we de zorgverzekeraars, politici en bureaucraten inmiddels tot op het spreekkamerniveau binnengehaald’
Het bovenstaande vertelt ons dat de zorg in Nederland, ten tijde van de invoer van de Zorgverzekeringswet (Zvw) in 2006, op de wachttijden na, zeer goed functioneerde. De bijgevoegde verklaring hiervoor klinkt erg logisch. Het is dan moeilijk te begrijpen waarom de politiek toch steeds kiest voor beleidswijzigingen, die juist lijnrecht tegen de genoemde succesfactoren ingaan.
Met de invoer van de Zvw hebben we de zorgverzekeraars, politici en bureaucraten inmiddels tot op het spreekkamerniveau binnengehaald. Onder de daaropvolgende controle en regelzucht wordt de regie van patiënten, zorgverleners en burgers middels contracten en wetgeving steeds verder ingeperkt. Het ultieme en meest directe, effectieve eigen middel van de burger ter waarborging van zijn belang als patiënt – de vrije zorgverlenerskeuze – wordt steeds weer ter discussie gesteld. Sluitingen van ziekenhuizen en SEH locaties worden gedoogd en gezamenlijk optrekken van verzekeraars in plaats van concurreren ook. Als klap op de vuurpijl sorteert de grootste politieke partij, de VVD, in hun verkiezingsprogramma voor op het zelf aanbieden van zorg door verzekeraars (verticale integratie), waardoor ook de scheiding tussen verzekeraars en zorgverleners/ ziekenhuizen en daarmee de resterende onafhankelijkheid van deze laatsten overboord gaat.
De zorgverzekeraars hebben in de laatste jaren meer vormgegeven aan hun regierol, de pijnlijke gevolgen daarvan zijn door de Coronacrisis slechts nadrukkelijker en versneld in beeld gekomen. Dat de gevoerde koers niet werkte was reeds bekend, de inzet van de houtskoolschets acute zorg en de discussie nota Zorg voor de Toekomst geven dat signaal helder af. De discussienota vermeldt dan ook dat passende zorg verleend wordt door inzet van vele professionals, maar vaak ondanks en niet dankzij de manier waarop we de zorg hebben georganiseerd.
In de meest recente EHCI uitgave in 2018 is Nederland zijn leiderspositie kwijt. Ik hoop éénmalig. Maar wat mogen we van de toekomst verwachten, wanneer we alle succesfactoren van ons ooit best werkende gezondheidszorg blijven verloochenen en zelfs ondermijnen?
Het is nu aan de politiek om lering te trekken uit eerder gemaakte fouten en deze weer recht te zetten, al dan niet met hulp van onze stem op 17 maart 2021.