One Health is hot
Wat krijg je als je studenten geneeskunde, diergeneeskunde en biomedische wetenschappen bij elkaar in een projectgroep stopt? Een tof onderzoek en het is nog gezellig ook!
Tekst: Martijn Reinink | Beeld: Shutterstock
Zie ze daar buiten weer lopen in hun witte jasjes.’ Het is zo’n opmerking die diergeneeskundestudenten geregeld maken over col-lega-studenten geneeskunde, vertelt tweedejaars diergeneeskunde Emmie Giessen (21). “Er worden grappen gemaakt. Dat zal andersom net zo zijn. Het zijn twee verschillende werelden. Werelden die elkaar niet of nauwelijks kennen, laat staan dat ze samenwerken.”
Afgelopen schooljaar meldde Emmie zich aan voor het keuzevak One Health, waarbij de samenwerking tussen artsen en dierenartsen centraal staat. Emmie vindt het belangrijk dat die twee werelden samenwerken. “Bij zoönosen – ziekten die zowel bij mens als dier voorkomen – wordt in de eerste twee jaar van onze opleiding uitgebreid stilgestaan, maar over het One Health-concept hebben we het bijna niet gehad.”
In de eerste twee jaar van de geneeskundeopleiding komt het concept helemaal niet ter sprake. “Het curriculum zit propvol”, zegt tweedejaars geneeskunde Frédérique Franken (19). “Er mag wel meer bekendheid aan One Health worden gegeven, in de vorm van info-dagen of symposia. Nu staat het als vak in de keuzegids en that’s it.”
Het belang van de One Health-gedachte heeft Frédérique van huis uit meegekregen; haar vader is dierenarts. “Hij vertelde me over een vrouw met jeukklachten. De huisarts en de dermatoloog hadden er geen verklaring voor. De dierenarts ontdekte dat haar hond vlooien had. Dat verklaarde die jeuk. Met een shampoo van twaalf euro was het probleem opgelost. Ik denk dat we veel efficiënter met de zorg kunnen omgaan als artsen en dierenartsen meer contact hebben.”
Enthousiaste meiden
Onder begeleiding van Björn Eussen, die onderzoek doet naar barrières tussen artsen en dierenartsen, vormden Emmie en Frédérique een projectgroep met Marieke Nühn, Susanna Plugge en Julia Orbons, tweedejaarsstudenten biomedische wetenschappen (BMW). “Onze opleiding heeft raakvlakken met zowel geneeskunde als diergeneeskunde”, zegt Julia (20). “We zoeken naar oorzaken van ziekten, waaronder zoönosen, en naar methoden om die te bestrijden.” De biomedische wetenschappers hebben de tien weken durende One Health-cursus als intensief, leuk en leerzaam ervaren. Julia: “Soms is het bij een opdracht: uitvoeren, klaar, volgende. Maar dit was vet: drie disciplines bij elkaar, vijf enthousiaste meiden – héél gezellig! – én een tof onderzoek.”
Waar de andere projectgroepen zich richtten op een zoönose of antibiotica-resistentie, koos de groep meiden ervoor de aanpak van humane artsen met die van dierenartsen te vergelijken. “Om te kijken of ze iets van elkaar kunnen leren”, legt Julia uit. “We hebben onderzoek gedaan naar de vergelijking van de medische aanpak bij wilsonbekwame patiënten en de diergeneeskundige aanpak bij dieren.” In beide gevallen kunnen patiënten niet zeggen wat ze willen en zijn de zorgprofessionals afhankelijk van communicatie met een naaste of een baasje. “Bij euthanasiekwesties bijvoorbeeld heeft zowel de arts als de dierenarts te maken met ingewikkelde, ethische aspecten”, zegt diergeneeskundestudent Emmie. “Voor beiden zou het goed zijn om te zien of te bespreken hoe de ander daarmee omgaat.”
Door one-health elkaars werelden leren kennen
Geneeskundestudent Frédérique vervolgt: “In algemene zin gaan humane artsen vaak af op de anamnese, op wat patiënten vertellen. Of in het geval van wilsonbekwame patiënten: wat hun partner of vertegenwoordiger vertelt. Veel minder dan dierenartsen, die geen andere keuze hebben, maken ze gebruik van observatie. Misschien kan de humane arts op dit gebied iets leren van de dierenarts. En andersom: in de humane geneeskunde worden vaker geavanceerde onderzoeksmethoden zoals MRI-scans gebruikt. Misschien heeft de veterinaire wereld daar baat bij. Natuurlijk brengen die scans hoge kosten met zich mee. Het is maar een voorbeeld. Het gaat om de gedachte, om de bewustwording dat je van elkaar kunt leren.”
Volgens de studenten kunnen beide disciplines dus wat van elkaar opsteken, maar hebben zij dat zelf in de projectgroep ook gedaan? “Absoluut”, zegt BMW-student Julia. “Wij hebben elkaars werelden beter leren kennen.” Student diergeneeskunde Emmie noemt een voorbeeld: “De meiden waren verbaasd over het feit dat er dierenklinieken zijn met verschillende poli’s en een ic-afdeling. Zij zagen praktijken voor zich waar je met je hond naartoe gaat voor een inenting. Ze wisten niet dat er zulke gespecialiseerde klinieken zijn.”
‘De belangrijkste les die we geleerd hebben: toon interesse’
Geneeskundestudent Frédérique: “Zo waren er over en weer nog meer dingen die we niet wisten van elkaars vakgebied. Of waar we niet eerder bij stil hadden gestaan. De belangrijkste les die we van elkaar en door ons onderzoek hebben geleerd is: toon interesse. Hoe gaan zij bij dieren te werk? Hoe doen wij dat bij mensen? Luister naar de ander en naar andere beroepsgroepen. Vul niet alles zelf in. Misschien is jouw aanpak niet de beste. Artsen en dierenartsen kunnen echt van elkaar leren als ze daarvoor openstaan.”
Onder begeleiding van Björn Eussen, die onderzoek doet naar barrières tussen artsen en dierenartsen, vormden Emmie en Frédérique een projectgroep met Marieke Nühn, Susanna Plugge enJulia Orbons, tweedejaarsstudenten biomedische wetenschappen (BMW). “Onze opleiding heeft raakvlakken met zowel geneeskunde als diergeneeskunde”, zegt Julia (20). “We zoeken naar oorzaken van ziekten, waaronder zoönosen, en naar methoden om die te bestrijden.”
Meer info
De Engelstalige cursus One Health is beschikbaar voor honoursstudenten van de Universiteit Utrecht, waar het keuzevak in april weer wordt aangeboden. Voor meer info neem je contact op met de coördinator van het vak, Frank Coenjaerts, F.E.J.Coenjaerts@umcutrecht.nl.