One size fits all?

Bijna 26.000 algemeen fysiotherapeuten telt ons land, verdeeld over eerste en tweede lijn. Verdeeld. Verdeeld door politiek. Verdeeld in KNGF (beroepsvereniging) en KF (Keurmerk Fysiotherapie).

Daarnaast 11.000 verbijzonderde fysiotherapeuten. Verdeeld over de diverse registers. Verdeeld over eerste en tweede lijn. Vaak zowel algemeen als verbijzonderd fysiotherapeut. Goed verdeeld. Bekken, oedeem, geriatrie, sport, kinderen, oncologie en sinds kort orofaciaal, om maar enkele verbijzonderingen te noemen.

Er zijn er nog meer! Verdeling op inhoud, verdeling op visie, missie. Goed streven om cliënten de best mogelijke fysiotherapeutische zorg te leveren. Verdeling in netwerken als Parkinson, claudicatio, NAH, geriatrie, schouderklachten, knieproblemen en wat al niet.

Wat valt, straks en nu, de algemeen practicus nog ten deel?

Wat valt, straks en nu, de algemeen practicus nog ten deel? De fysiotherapeut die alles kan en mag behandelen. Die zo is opgeleid. De ‘one size fits all’fysio uit de jaren tachtig.

Het wordt moeilijk. De zorgverzekeraars zetten hun bakens uit. Zoeken uit de verdeeldheid hun speerpunten. Algemeen is te algemeen. ‘Wat is de toegevoegde waarde?’, roepen ze. Wat is de toegevoegde waarde van een therapeut die alles schijnt te kunnen, ten opzichte van de specialist? Lijkt hier het einde nabij van de algemeen practicus, de generalist? Het zou toch niet zo mogen zijn. Het zorglandschap is veranderd en verandert nog dagelijks. Laat ik een lans breken voor de algemeen practicus, voor wat het waard is!

Delen