(On)kwetsbaar

Telefoontje naar de Jumbo:
‘Heeft u speciale winkeltijden voor ouderen?’
‘Ja, van 7 uur tot 9 uur in de ochtend, behalve op zaterdag.’
‘Vanaf welke leeftijd mag men hiervan gebruik maken?’
‘Eh…. ‘t gaat eigenlijk om ouderen, die zwak zijn…..’

Telefoontje naar Albert Heijn:
‘Heeft u speciale winkeltijden voor ouderen?’
‘Ja, elke ochtend van 7 tot 9 uur.’
‘Ook op zaterdag?’
‘Ja, ook dan….’
‘En wat is de minimumleeftijd om dan naar binnen te mogen?’
‘Zeventig jaar….. Maar wij mogen niet naar de leeftijd vragen….’

Gelukkig mag ik dus pas na 9 uur ’s ochtends bij Albert Heijn naar binnen. Maar vrouwlief ziet dat anders: ‘Met jouw zwakke gezondheid moet je beslist geen boodschappen gaan doen.’ Gelukkig vermijdt ze het woord ‘kwetsbaar’. Want sinds het geweten van onze samenleving wordt opgezadeld met ‘zorg voor onze kwetsbaren’ heeft het woord ‘kwetsbaar’ voor mij een nare smaak. Meer dan dertig jaar geleden is de verzorgingsstaat opgedoekt en vervangen door de participatiesamenleving. Is Vadertje Staat nu weer terug?

Op de site Synoniemen.net horen bij het trefwoord ‘kwetsbaar’ de synoniemen ‘broos’, ‘gevoelig’, ‘weerloos’ en ‘zwak’. En als synoniem hoort ‘kwetsbaar’ in hetzelfde rijtje thuis als ‘afgeleefd’, ‘gammel’, ‘versleten’ en ‘wrak’. Over verpleeghuisbewoners wordt inderdaad soms gesproken alsof het om wrakken gaat en de massale sterfte onder hen door de pandemie wordt met dank aan Charles Darwin en zijn ‘survival of the fittest’ beschouwd als een vorm van ‘natuurlijke selectie’.

Massale sterfte onder verpleeghuisbewoners een vorm van ‘natuurlijke selectie’?

Volgens het RIVM worden ouderen ‘kwetsbaar’ wanneer ze niet meer in staat zijn ‘om eigen regie te voeren over hun leven en daarmee die zelfstandigheid te behouden.’ Er zijn vier ‘gebieden’ waarop ouderen kwetsbaar kunnen zijn: ‘fysieke (belemmeringen in hun fysieke functioneren door bijvoorbeeld gewichtsverlies, evenwichtsproblemen, vermoeidheid), cognitieve (belemmeringen in cognitie zoals geheugen en flexibiliteit), sociale (belemmeringen door eenzaamheid of verlies van sociale steun) en psychische kwetsbaarheid (belemmeringen door psychische aandoeningen zoals een depressie).’

In de beeldvorming lijkt het of het merendeel van ‘onze kwetsbaren’ in verpleeghuizen verblijft. Volgens Vektis telt Nederland 730.000 kwetsbare ouderen, waarvan er 547.000 thuis wonen; dit zijn er ruim driemaal zoveel als het aantal kwetsbare ouderen in een instelling. Van alle thuiswonende 65-plussers is 17 procent kwetsbaar. Maar uitgaand van de vier ‘gebieden’ die het RIVM benoemt, zijn er in onze samenleving heel veel ‘kwetsbare groepen’ onder de 65 jaar. De Toekomstwijzer Kwetsbare groepen kent behalve ‘ouderen’ nog drie andere groepen: ‘mensen met een (licht)verstandelijke beperking’, ‘kinderen met een auditieve en/of visuele beperking’ en ‘mensen met psychiatrische problematiek’. Ik mis mensen onder de 65 jaar die wel met een ernstige chronische aandoening of kanker kampen.

De zanger Tom Jones had in 1968 een wereldhit met Delilah. Deze Engelse – maar uit het Hebreeuws afkomstige – meisjesnaam betekent ‘kwetsbaar’. Dat geldt onder meer ook voor Burcu (Turks), Adena (Hebreeuws), Kaoru (Japans) en Ghaliya (Arabisch). Tong (Vietnamees), Tryphon (Grieks) en Adiv (Hebreeuws) zijn jongensnamen die ‘kwetsbaar’ betekenen. We zouden bijna vergeten dat het woord ‘kwetsbaar’ ook in positieve zin kan worden gebruikt. Zeker in persoonlijke relaties is het belangrijk om jezelf kwetsbaar te kunnen opstellen. Maar is niet van nature élk mens kwetsbaar?

‘Het bagatelliseren van een besmetting met het coronavirus omdat je niet tot de ‘kwetsbaren’ behoort, ligt voor de hand’

Ik vrees dat het keer op keer beklemtonen van ‘zorg voor onze kwetsbaren’ een onbedoeld neveneffect heeft: degenen die níet onder ‘kwetsbaren’ vallen, zijn ‘onkwetsbaar’. Het bagatelliseren van een besmetting met het coronavirus omdat je niet tot de ‘kwetsbaren’ behoort, ligt dan voor de hand: ‘wanneer ik besmet raak, kan het virus bij mij weinig kwaad’. Op 13 juli 2020 publiceerde Niels Klaassen in Het Parool een interview met ‘modellenmaker’ Jacco Wallinga van het RIVM. Op de vraag of het slecht nieuws is dat meer jongeren dan ouderen positief testen antwoordde hij: ‘Nee. We zien dat het aantal zieken onder ouderen daalt, dat is goed nieuws. Daardoor neemt het relatieve aantal jongeren toe. De vrees is dat door de versoepelingen het aantal jongeren dat ziek wordt daadwerkelijk hard stijgt, maar dat zien we nu nog niet (…).’ Zou Wallinga enigszins beseft hebben dat uitgerekend jongeren een kwetsbare groep zijn geworden, die wezenlijk heeft bijgedragen aan de tweede golf?

Delen