Ontbossing

Ondanks zijn belofte eerder dit jaar in een interview in Arts en Auto – “Ik heb net bijgetekend voor een tweede bestuurstermijn van vier jaar” – vertrekt Wouter Bos toch uit de zorg. Wie zijn opiniërende artikel in de Volkskrant leest, kan alleen maar concluderen dat hij zelf de laatste is om daar rouwig over te zijn.

Uit het artikel klinkt een fikse dosis frustratie. Niet alleen over het collectieve duikgedrag dat hij iedereen in de zorg – volkomen terecht overigens – onder de neus wrijft, maar ook over het feit dat hij zelf niet in staat is geweest om hier iets aan te veranderen. “Als politicus heb ik het niet kunnen voorkomen, als zorgbestuurder heb ik het niet kunnen keren”, stelt hij vast.

Impopulaire keuzes maken impopulaire politici

Vraag is of hij het als politicus niet heeft gekund of niet heeft gewild. Hij uit zijn kritiek op wat hij in de zorg ziet gebeuren pas op het moment dat hij zelf die zorg verlaat. Hij had dit natuurlijk ook als politicus kunnen doen. De vraag is alleen of het hem in dank was afgenomen: impopulaire keuzes maken impopulaire politici. Toch heeft dit iemand als Frits Bolkestein nooit tegengehouden om in debatten harde standpunten in te nemen.

Het sympathieke van Bos’ betoog is dat hij de hand in eigen boezem durft te steken: “Durfde ik de moeilijke keuzes over omvang van het basispakket of hoogte van het eigen risico dan wel te maken? Driewerf nee natuurlijk.” Ik vind het mooi dat hij dit zegt. Maar wie verwacht dat hij – nu hij toch uit de zorg verdwijnt – ons alsnog vergast op een opsomming van de dingen die volgens hem concreet moeten gebeuren, komt bedrogen uit. Hij eindigt met de vraag ‘Wie durft?’ – en loopt door naar zijn volgende avontuur.

Delen