Ontluisterend

Hoewel Bianca de Jong-Schmit anios ouderengeneeskunde is, is een tiener haar onvergetelijke patiënt.

Tekst: Bianca de Jong-Schmit  Beeld: Marcel Leuning

Opeens ging mijn pieper af. Ik moest naar de SEH komen. ‘NU!’ Ik wist direct dat het flink mis was. Vanaf de IC rende ik in het holst van de nacht naar de Spoedeisende Hulp, niet wetende wat mij als anios met slechts een jaar klinische ervaring te wachten stond.

Op de traumakamer lag een tienermeisje, levenloos op de brancard met om haar heen een totaal ontredderde vader en moeder. Ik moest even slikken… het had mijn zusje kunnen zijn.

Een paar seconden later ging bij mij de knop om. Actie! Opvang volgens ABCD en starten met de reanimatie. Het verhaal was dat het meisje die dag al meerdere keren een wegraking had gehad, maar nu kwam ze niet meer goed bij. Dit was ook duidelijk te zien op de monitor. We raakten elke keer haar output kwijt ondanks een sinusritme. Gelukkig waren mijn supervisor en de radioloog snel ter plaatse en namen zij de leiding over de reanimatie over. Al snel werd duidelijk dat het om een ruiterembolie ging.

Het had mijn zusje kunnen zijn

Met z’n allen vochten we voor haar leven. Haar vader week niet van haar zijde en bleef haar hand vasthouden en bidden en haar moeder probeerde ik op te vangen vanuit de shock waarin zij verkeerde. Die blik in haar ogen zal ik ook nooit vergeten. Uiteindelijk hebben we de tiener stabiel gekregen en is zij diezelfde nacht nog aan de ECMO overgeplaatst naar een academisch ziekenhuis.

Een paar maanden later kregen wij het bericht dat zij weer terugkwam voor verder herstel. Ze zou eerst naar onze IC komen om vanaf daar naar de afdeling te worden overgeplaatst. Ze heeft het dus overleefd!, was mijn eerste enthousiaste gedachte. Maar ik werd somberder toen ik haar voor het eerst weer zag. Alles wees op blijvende hersenschade. Ik weet niet hoever zij nog is gekomen met verdere revalidatie, maar dat ze zo afhankelijk was, maakte een ontluisterende en diepe indruk op me.

Op een avond zat ik achter de computer nog wat administratie te doen, toen ineens haar moeder langsliep en mij voor het eerst weer zag sinds die dag op de SEH. Ze stond even stil en keek mij doordringend aan. Toen zei ze: “Ik ken u ergens van… u was erbij hè? Tijdens de opvang en de reanimatie?” Ik knikte bevestigend. “Dank u wel, voor alles”, zei ze zacht.

Iedere medisch professional heeft wel een patiënt (gehad) die hij of zij nooit vergeet. Omdat de omstandigheden zo bijzonder waren, het behandeltraject aangrijpend, of juist omdat zich iets grappigs voordeed in het contact. In deze reeks leest u hun verhalen.

Delen