(Ont)Regelen in Coronatijd

Vlak voor de COVID-19-pandemie hadden zorgverleners minder last van regeldruk op de werkvloer, maar waren zij wel meer tijd kwijt aan niet-effectieve regels dan een half jaar eerder. Een ruime meerderheid van de zorgverleners is ontevreden over de voortgang in het terugdringen van de regeldruk en heeft weinig vertrouwen in daadwerkelijke verandering. Dat zijn de belangrijkste uitkomsten van de (Ont)Regelmonitor, die VvAA begin dit jaar voor de derde keer voorlegde aan haar leden en andere zorgverleners in Nederland.

De monitor werd, ondanks de verkorte looptijd door COVID-19, door ruim 3.500 zorgverleners ingevuld. Onder hen waren fysiotherapeuten, huisartsen en medisch specialisten het best vertegenwoordigd. Om lessen te trekken uit het – mogelijk positieve – effect van de COVID-pandemie op regeldruk, start VvAA vanaf september nader onderzoek. 

Last van regeldruk 

In plaats van 48 procent medio 2019, gaf begin 2020 42 procent van de zorgverleners aan (zeer) vaak last te hebben van regeldruk op de werkvloer. Tegenover deze vooruitgang staat dat 46 procent van de zorgverleners begin 2020, in plaats van 41 procent medio 2019, aangaf dat de regeldruk in hun beleving juist is toegenomen. Ook zijn zorgverleners ten opzichte van medio 2019 weer meer tijd kwijt aan regels die niet effectief en belastend zijn om na te leven.

De uitkomsten roepen de vraag op of zorgverleners zélf beter kunnen omgaan met de regeldruk op de werkvloer en er daardoor ‘minder last’ van hebben of dat de regeldruk daadwerkelijk structureel is afgenomen. Maar liefst 89 procent van de zorgverleners ziet geen initiatieven in zijn of haar omgeving om regeldruk terug te dringen. Het merendeel van de zorgverleners (59 procent) is ook overwegend ontevreden over de voortgang die wordt geboekt in het terugdringen van de regeldruk. Ruim twee derde (67 procent) heeft bovendien (zeer) weinig vertrouwen in daadwerkelijke verandering. 

Meeste winst in eigen organisatie

De grootste winst in het terugdringen van regeldruk werd volgens de zorgverleners geboekt in de eigen organisatie (13 procent), gevolgd door ICT-systemen (11 procent) en beroepsorganisaties (7 procent). Zorgverzekeraars worden door 43 procent van de zorgverleners nog steeds als belangrijkste veroorzaker van de regeldruk aangewezen, al is dat percentage wel met 5 procent gedaald. Op het front van (zorg)verzekeringen (42 procent) én wetgeving (15 procent) liggen volgens de zorgverleners dan ook de meeste kansen om de regeldruk te verminderen.

Leren van effect COVID-19 op regeldruk

VvAA ontvangt diverse signalen van zorgverleners dat de COVID-19-pandemie het terugdringen van de regeldruk in sommige organisaties een positieve impuls heeft gegeven. In samenwerking met zorgverleners gaat VvAA die signalen vanaf september verder onderzoeken. Dat gebeurt in kleinschalige (online) gesprekssessies op beroepsgroep niveau. In het najaar volgt bovendien een herhaling van de reguliere (Ont)Regelmonitor, inclusief een specifiek ‘COVID-hoofdstuk’.

Willem Veerman, huisarts en vice-voorzitter van het bestuur van VvAA: “Het is evident dat COVID-19 de zorgwereld op vele fronten heeft opgeschud. Als we hieruit lessen kunnen trekken die helpen om het structurele probleem van de regeldruk versneld op te lossen, dan pakken wij die gelegenheid uiteraard met beide handen aan. Wij nodigen leden en andere zorgverleners van harte uit om hun ervaringen hierin te delen met ons.”

Uw inbreng is welkom!

Wilt u úw ervaringen delen over het effect van de COVID-19-pandemie op de regeldruk in uw praktijk? Meld u dan aan om deel te nemen aan de online gespreksessies voor uw beroepsgroep, die vanaf september zullen plaatsvinden. 

Delen