(Ont)regelen – om de tafel in Coevorden

Bijwonen van schrapsessies, opstellen van actieagenda’s, op de koffie bij de minister en zelf initiatieven ontplooien om de regeldruk in de zorg te verminderen en de samenwerking te verbeteren. Het gonst in de zorg van het (ont)regelen. Waar is iedereen druk mee en wat is er al bereikt? Een indruk.

Tekst: Andrea Linschoten

Huisarts Gerda van der Woude is betrokken bij de schrapsessie die de huisartsen in Coevorden samen met specialisten van het dagziekenhuis van het Saxenburgh Ziekenhuis in Coevorden gaan houden. Aanleiding is dat de huisartsen onder één dak gaan met het dagziekenhuis.

Van der Woude vertelt: “Het gaat ons niet alleen om het schrappen, maar we willen ook anders gaan werken, beter samenwerken en ons meer richten op preventie. We gaan bij alles bedenken: moet het gedaan worden, moet het nú gedaan worden en moet ík het doen? Met verschillende zorgverleners starten we rond een thema werkgroepen op, die gericht zijn op samenwerking. We worden hierbij ondersteund door personeel uit het ziekenhuis.” Zelf zit Van der Woude in de werkgroep Jeugd, met een kinderarts, poh-jeugd en een cb-arts of wijkverpleegkundige. Onderwerpen die aan de orde gaan komen, zijn bijvoorbeeld hoe om te gaan met huilbaby’s en kinderen met buikpijn.

Ook is er aandacht voor schrappen. Van der Woude geeft als voorbeeld: “Het protocol ondervoeding bij kinderen in het ziekenhuis vraagt om het dagelijks vastleggen van de voedingsstatus. Die richtlijn is gebaseerd op onderzoek in een academische setting, waarbij ondervoeding een rol speelt. Maar de kinderen in het Saxenburgh Ziekenhuis zijn eerder te zwaar. Het schrappen van deze regel zou een verpleegkundige vijf minuten per patiëntje schelen. Op jaarbasis kost dat nu € 34.000,-; alleen voor het zetten van vinkjes. Als we dit loslaten, kan de verpleegkundige weer iets anders doen. Ik realiseer me dat veranderen altijd lastig is, mensen moeten uit hun comfortzone stappen. Het gaat met kleine stapjes. Maar ik vind het een boeiend proces, je verbetert de zorg en maakt het leuker, ook voor de zorgverlener.”

Delen