Ontschotten in de GGZ

Vorige week wilde ik een van mijn patiënten naar een andere afdeling binnen de eigen instelling verwijzen. Wat bleek? Dat gaat zomaar niet! Eerst moest het verwijsformulier ingevuld. Van zes kantjes. Had ik al gezegd dat het om een verwijzing binnen de eigen instelling ging? Binnen de eigen instelling. Zes kantjes. Met informatie die zonder al te veel moeite zó in het EPD is terug te vinden.

Ik schreef al eerder over de ontoegankelijkheid van de zorg in de GGZ. Een ramp voor wie hulp nodig heeft. Maar wie denkt dat alleen cliënten, familie of verwijzers tegen de vele opgeworpen drempels oplopen heeft het mis. De eigen medewerkers worstelen net zo goed – of nee: net zo slecht – met de doorstroom.

Heb ik paperclips nodig, dan zijn daar ‘spelregels’ voor.

ontschotten-ggzSchotten binnen organisaties. Hoe diep zit dat? Ik las onlangs een veelzeggend onderzoek uit 1995 van hoogleraar psychologie Rebecca Bigler. Op een basisschool verdeelde ze de kinderen in twee willekeurige groepen. De ene groep kreeg een rood T-shirt aan, de andere groep een groene. De juffen en meesters maakten geen enkel onderscheid tussen de groepen. Het mocht niet baten, de kinderen bekenden al snel kleur: ‘de roden zijn lui’, ‘de groenen zijn stom’. Voortaan wilden ze alleen nog met de eigen groep spelen.

De lijnen kort als het kan, langer en intensiever als het moet

Hoe komen we in hemelsnaam tot een betere samenwerking? (In managementtaal: hoe kunnen we binnen de organisatie ontschotten?) Traditionele GGZ-instellingen zijn na jaren van fusies en reorganisaties zó groot geworden, met soms wel 60 locaties en een meervoud aan teams, dat de organisatie complex is. Te complex, te groot, te breed, te hiërarchisch. Zo groot en breed zelfs, dat niemand écht verantwoordelijk is, niet voor die ene wat lastiger patiënt, en ook niet voor die paperclips.

Zullen we, als we dan toch aan een nieuwe GGZ bouwen, het simpel houden? Kleinere organisaties met kortere lijnen. Multidisciplinaire, min of meer zelfsturende teams. Medewerkers met meer beslissingsbevoegdheid die eigen verantwoordelijkheid durven nemen. Zoiets als BuurtzorgT misschien, waar de cliënt als het even kan in zijn eigen omgeving herstelt. Kort als het kan, langer en intensiever als het moet.

 

 

Delen