Bijdehand

Welke collega maakte een onvergetelijke indruk op u? Zorgprofessionals vertellen. Voor zuster Jitske Tiemens was dat hoofdzuster Bijlenga.

Al vanaf mijn tiende wilde ik zuster worden. Direct na mijn 18de verjaardag meldde ik me bij het Juliana Ziekenhuis in Amsterdam. De directrice vond mij te jong, ik moest het volgende jaar maar terugkomen. Zo geschiedde en ik begon met acht andere clubgenoten aan mijn opleiding. De anderen werkten in het hoofdgebouw, ik werd op het Paviljoen geplaatst bij hoofdzuster Lam. Beneden waren de interne afdeling en geriatrie, boven een kleine kinderafdeling.

De hoofdzuster vond me te bijdehand

Ik had het wel naar mijn zin. Helaas had mijn hoofdzuster het niet zo met mij. Nu kan ik mij dat wel een beetje voorstellen. Mijn moeder was vroeg weduwe en ging weer voor de klas en met zeven kinderen was dat thuis ‘meehelpen’! De hoofdzuster vond me te bijdehand. Alles moest eerst uitgelegd worden en ik had het vaak al gedaan. Als enige moest ik een half jaar wachten op mijn vaste aanstelling.

Toen ik op een andere afdeling kwam, besloot ik te stoppen. Ik had het gevoel dat ze niet op mij zaten te wachten. Dan maar die leraressenopleiding. Toen ik het nieuws deelde met mijn toenmalige hoofdzuster Bijlenga, nam ze me apart en haalde ze me over te blijven. ‘Misschien word je nog de beste van jullie achten’, zei ze. Dat is me altijd bijgebleven. Net als de opmerking van zuster Lam toen ik in mijn laatste jaar voor het eindexamen terugkeerde op het Paviljoen: ‘Wat ben jij in je voordeel veranderd!’

Aan haar heb ik te danken dat ik tot mijn 72ste in de terminale thuiszorg heb gewerkt

Een half jaar later verongelukte zuster Lam in de bergen van Zwitserland en werd ik eerste verpleegster. Wanneer de nieuwe hoofdzuster afwezig was, moest ik haar waarnemen. Dat hield ook in dat ik tijdens het eten aan de ‘Hoofdentafel’ moest zitten met de priemende en lachende ogen van mijn clubgenoten in mijn rug. En met naast mij: zuster Bijlenga!

Aan haar heb ik te danken dat ik vanaf mijn 43ste – toen ook ik met mijn kinderen alleen kwam te staan – tot mijn 72ste in de terminale thuiszorg heb gewerkt. Dat deed ik actief en met veel voldoening, zowel in de organisatie zelf als in de 24uurs-thuiszorg die vanaf de jaren ’80/’90 volledig werd vergoed.

Een van mijn kinderen werkt ook in de eerstelijnszorg en via hem blijf ik op de hoogte.

Lees alle bijdragen over onvergetelijke collega’s

Delen