Ook assistenten kiezen voor zelfstandig ondernemerschap

Tekst: Martijn Reinink | Beeld: Shutterstock

Zowel in de huisarts- als tandartspraktijk werken steeds meer assistenten als zzp’er. Voor praktijkhouders betekent dit veelal hogere kosten, maar vaak is er geen andere keus. Daarnaast is mogelijke schijnzelfstandigheid nog een punt van aandacht.

Uit cijfers van de Kamer van Koophandel blijkt dat steeds meer zorgverleners zich inschrijven als zzp’er, bijvoorbeeld in de thuis- en jeugdzorg, maar VvAA-adviseur Erik van Dam ziet die ontwikkeling ook binnen huisarts- en tandartspraktijken. “Dat huisartsen en tandartsen zelf als zzp’er in verschillende praktijken werken, is natuurlijk al langere tijd het geval, maar nu zien we dat ook doktersassistenten en preventieassistenten zich in toenemende mate als zelfstandige aanbieden. Omdat het een gevoel van vrijheid geeft, en mogelijk omdat ze wat meer kunnen verdienen.”

Al is het de vraag of zij voldoen aan de criteria voor zelfstandig ondernemerschap. Van Dam: “Als zzp’er moet je bijvoorbeeld meerdere opdrachtgevers hebben; niet alle zelfstandige dokters- en preventieassistenten werken in verschillende praktijken. Misschien een nog wel belangrijker criterium is dat er geen sprake mag zijn van een gezagsverhouding: dat is in deze rol vaak juist wél het geval en ook wenselijk voor de praktijkvoering.” Of de ‘zzp-assistenten’ zich daar bewust van zijn, betwijfelt de VvAA-adviseur. “Zeker niet allemaal, maar doordat de handhaving steeds is uitgesteld, is er een cultuur ontstaan waarin alles lijkt te kunnen. En de praktijkhouder heeft geen keus, want personeel is schaars.” Liever zouden huisartsen en tandartsen hun assistenten ‘gewoon’ in dienst nemen. “Ook omdat zzp’ers in de regel duurder zijn: naast een hogere vergoeding brengen zij ook btw in rekening, omdat ze geen gebruik kunnen maken van de medische vrijstelling.” 

Handhaving geïntensiveerd 

Dat de Belastingdienst de handhaving dit najaar gaat intensiveren, kan volgens Van Dam effect hebben op deze ontwikkeling. “Door corona heeft de handhaving stilgelegen; inspecteurs legden geen bedrijfsbezoeken af. Nu pakken ze dat weer op. Nog steeds is het regime ‘mild’, worden er niet direct boetes opgelegd en krijgt men de tijd de arbeidsrelatie anders vorm te geven, mocht volgens de belastinginspecteur sprake zijn van schijnzelfstandigheid. Maar alleen al het feit dát er controle kan komen, kan best iets met de cultuur en de bewustwording

Delen