Op stap met de inspectie

Inspecteur-generaal Ronnie van Diemen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg zei het anderhalf jaar geleden al: “We willen zo veel mogelijk communicatielijnen creëren.” Ze zei dit in een interview over het toezicht door de Inspectie op de kwaliteit in verpleeghuizen. Van Diemen maakte in dit interview duidelijk dat de Inspectie voor het in kaart brengen van die kwaliteit steeds sterker inzette op signalen die ze van de buitenwereld krijgt. In dit licht is het logisch dat ze nu een proef start waarin ervaringsdeskundigen meegaan op Inspectiebezoek.

Die ervaringsdeskundigen komen uit het zorgpanel van Patiëntenfederatie Nederland en gaan de woonomgeving observeren en praten met bewoners. Vooropgesteld dat ze goed geïnstrueerd worden, kan dit vooral op het gebied van de kwaliteit die een verpleeghuis de bewoners biedt waardevolle informatie opleveren.

Eén ding is wel opvallend aan de berichtgeving. Als het goed is, hebben verpleeghuizen al cliëntenraden die voeling houden met hoe de bewoners de kwaliteit in het verpleeghuis ervaren. In dat eerdere interview zei Van Diemen hierover: “Juist de leden van de cliëntenraden zijn heel goed in staat om de beelden te geven van wat zij als menswaardige zorg beschouwen.” Maar: ze gaf ook te kennen dat het vooral de excellente verpleeghuizen zijn waar leden van de cliëntenraad erbij zijn als de Inspectie op bezoek komt. Het feit dat de Inspectie nu ook ervaringsdeskundigen van buitenaf gaat inzetten, laat zich dus ook lezen als: niet ieder verpleeghuis is een excellent verpleeghuis. Dat wisten we natuurlijk al. Maar het laat zich ook lezen als: niet iedere cliëntenraad is sterk genoeg om de Inspectie de informatie te bieden zie zij nodig heeft in haar toezicht. Daar mogen verpleeghuizen én hun cliëntenraden zich iets van aantrekken.

Delen