Openheid

De Inspectie voor de Gezondheidszorg gaat de komende jaren samen met zorgaanbieders meer informatie openbaar maken over calamiteiten in de zorg. In het kader hiervan gaat ze ook input ophalen voor een later dit jaar te verschijnen circulaire die zorgaanbieders meer duidelijkheid moet bieden over wanneer iets een calamiteit is. Dat dit voor zorgaanbieders niet altijd voldoende duidelijk is, merkten we eerder dit jaar aan de casus van het AMC, waarin het ziekenhuis een calamiteit aanvankelijk zelf interpreteerde als een complicatie. Al kunnen we niet uitsluiten dat het ziekenhuis die vergissing maakte met in het achterhoofd de geruststellende kennis dat een complicatie niet bij de Inspectie hoeft te worden gemeld, zodat de zaak buiten de media kon worden gehouden.

De Inspectie laat dit wijselijk in het midden, maar stelt wel dat de afgelopen tien jaar in de zorg hard is gewerkt aan patiëntveiligheid en het leren herkennen van wat een calamiteit is. Hieruit trekt ze nu terecht de conclusie dat openheid bieden over calamiteiten en over wat daarvan geleerd is, een logische volgende stap is. Tenminste, logisch voor de Inspectie, en in het belang van patiënten ook. Of de zorgaanbieders ook al zover zijn, is een andere zaak. Wellicht niet, te oordelen naar het feit dat de Inspectie – naar aanleiding van het in de openbaarheid komen van het zwijgcontract van Tergooi met de moeder van een overleden patiënt – enkele tientallen zwijgcontracten moest onderzoeken.

Interessante vraag is of de zorgaanbieders die hebben geprobeerd met zo’n zwijgcontract onder publiciteit over een negatieve gebeurtenis uit te komen, evenveel energie hebben gestoken in de ontwikkeling van een plan voor crisiscommunicatie. Vóórdat de informatie over dat zwijgcontract naar buiten kwam bedoel ik.

Delen