Opnieuw leren communiceren

Dat het proces van zorginkoop bij ziekenhuizen en ZBC’s over 2012 lastig zou worden, lag voor de hand. De overgang naar het systeem van prestatiebekostiging brengt met zich mee dat de zorgverzekeraars en zorgaanbieders anders dan voorheen met elkaar moeten onderhandelen. Ook was te verwachten dat discussie zou ontstaan over de doorleverplicht. En ik begrijp eveneens waarom de ZBC’s even op hun beurt moeten wachten. Zij zijn in termen van omzet klein bier in verhouding tot de ziekenhuizen, dus de zorgverzekeraars hadden wel even wat beters te doen dan de onderhandelingen met hen voorrang te geven.

De conclusie van de Nederlandse Zorgautoriteit dat het in de zorginkoop voor dit jaar nog te veel over de financiën ging en nog te weinig over de kwaliteit van zorg, lag al met al voor de hand. Niet alleen vanwege die prestatiebekostiging en doorleverplicht, maar ook omdat kwaliteitsbeleid nog volop in ontwikkeling is. Ik ga ervan uit dat beide partijen voldoende ergernis over de gang van zaken voelen om het in de onderhandelingen over 2013 beter te willen doen. En ik hoop dat politiek en publiek verstandig genoeg zijn om niet direct te zeggen: ‘Zie je wel, dat wordt niets, laten we er maar mee ophouden.’

Wat ik niet zo goed begrijp, is dat het niet spreken van elkaars taal als knelpunt in de gesprekken genoemd wordt. Dat in klinisch chemische labwaarden of voor communicatie in het elektronisch patiëntendossier eenheid van taal onontkoombaar is begrijp ik. Maar in onderhandelingen zitten mensen tegenover elkaar. En als iemand aan die onderhandeltafel de ander niet begrijpt, dan is het toch eenvoudig genoeg om even te vragen: ‘Wat bedoel je nou eigenlijk precies?’

Delen